Op deze pagina:
De Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid voert het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB) en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) van de EU uit. Met zijn voorstellen draagt de Hoge Vertegenwoordiger bij aan het GBVB en het GVDB (artikel 18, lid 2, EU-Verdrag). De belangrijkste bepalingen over de Hoge Vertegenwoordiger zijn te vinden in artikel 18 en 27 van het EU-Verdrag.
De Europese Raad benoemt met instemming van de voorzitter van de Europese Commissie met gekwalificeerde meerderheid de Hoge Vertegenwoordiger. De Europese Raad kan het mandaat van de Hoge Vertegenwoordiger volgens dezelfde procedure beëindigen (artikel 18, lid 1, EU-Verdrag). De Hoge Vertegenwoordiger bekleedt de positie van vice-voorzitter in de Europese Commissie en is tevens voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken (een configuratie van de Raad van de Europese Unie) (artikel 18, leden 3 en 4).
De Hoge Vertegenwoordiger is in de Europese Commissie belast met de taken van de Europese Commissie op het gebied van de externe betrekkingen en met de coördinatie en de overige aspecten van het externe optreden van de EU. Daarnaast draagt de Hoge Vertegenwoordiger met zijn voorstellen bij tot de uitwerking van het GBVB en GVDB en waarborgt de Hoge Vertegenwoordiger de uitvoering van de besluiten van de Raad en de Europese Raad.
De Hoge Vertegenwoordiger vertegenwoordigt de EU in internationale aangelegenheden die onder het GBVB vallen. In die context voert de Hoge Vertegenwoordiger namens de EU de politieke dialoog met derden en verwoordt de Hoge Vertegenwoordiger in internationale organisaties en op internationale conferenties het standpunt van de EU.
Naar boven
De Hoge Vertegenwoordiger wordt bijgestaan door een ondersteunende dienst – de Europese dienst voor extern optreden (EDEO) – die is samengesteld uit ambtenaren van de Raad, de Commissie en uit nationale diplomatieke diensten. Deze dienst treedt op naast de diplomatieke diensten van de lidstaten.
De EDEO ondersteunt ook de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Commissie en de overige leden van de Commissie op het gebied van externe betrekkingen. Dit is zo geregeld om het extern optreden van de Unie zoveel mogelijk op één plek te organiseren en te coördineren. Dit komt de eenheid en coherentie van het extern optreden van de EU ten goede.
De inrichting en de werking van EDEO wordt vastgesteld bij een besluit van de Raad. De Raad besluit op voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger, na raadpleging van het Europees Parlement en na de instemming van de Commissie (artikel 27, lid 3, derde en vierde volzin, EU-Verdrag). De Raad heeft in 2010 het oprichtingsbesluit van EDEO vastgesteld.