Begrippenlijst delegatie en uitvoering

Begrippenlijst delegatie en uitvoering

Adviescomité

Ook: ‘raadplegingscomité’. Comité dat de Commissie adviseert over de vast te stellen uitvoeringshandeling in het kader van de raadplegingsprocedure. De Commissie mag gevolg geven aan het advies van het comité, maar is daartoe niet verplicht. Het is de ‘lichtste’ variant van uitvoering.

Adviesprocedure

Procedure voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen. Deze procedure is in de regel van toepassing voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen waarop de onderzoeksprocedure niet van toepassing is, of wanneer zij meer geschikt wordt geacht.

Basishandeling

Handeling (verordening, richtlijn of besluit) waarop een gedelegeerde of uitvoeringshandeling is gebaseerd. Ook wel: ‘basisinstrument’ genoemd.

Bevoegdheidsdelegatie

Zie ‘delegatie’.

Comité van beroep

Comité dat de Commissie in tweede instantie (na negatief advies van het onderzoekscomité) adviseert over de vast te stellen uitvoeringshandeling in het kader van de onderzoeksprocedure. Indien het comité van beroep ook een negatief advies uitbrengt, kan de Commissie de ontwerp-uitvoeringshandeling definitief niet vaststellen.

(Comitologie)comités

Comités bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten die de Commissie bijstaan (lees: controleren) bij het vaststellen van uitvoeringshandelingen

Comitologie

De term comitologie wordt niet gebruikt in de Verdragen of in lagere regelgeving, maar is wel gemeengoed in de Brusselse onderhandelingspraktijk.

Het toekennen van bevoegdheden om nadere regelgeving vast te stellen via uitvoeringshandelingen of gedelegeerde handelingen wordt in het Brusselse jargon en in de beleidspraktijk vaak aangeduid met de overkoepelende term ‘comitologie’.

Juridisch gezien komt de term comitologie het meest overeen met “uitvoering”. In juridische zin wordt onder comitologie verstaan: het geheel aan procedureregels, het mechanisme (of proces) op grond waarvan uitvoeringshandelingen worden vastgesteld. Dit verloopt via comités, vandaar de term.

Comitologiebesluit

Besluit 1999/468. In dit besluit bevatte de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden onder de pre-Lissabon comitologieprocedures. Het Comitologiebesluit is met de inwerkingtreding van de Comitologieverordening ingetrokken, met uitzonderlijk van de regelgevingsprocedure met toetsing (zie ook ‘PRAC’).

Comitologieverordening

Verordening 182/2011. Hierin staan de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op uitvoering. De verordening regelt onder andere de keuze en de werking van de procedures.

Common understanding (CU)

Ook: ‘consensus’. Praktische (juridisch niet-bindende)  afspraken gemaakt door de EU-instellingen (Raad, EP en Commissie) over de toepassing in de praktijk van art. 290 VWEU (delegatie). Raadsdocument 8753/11           

Delegatie

Ook: ‘bevoegdheidsdelegatie’. Nadere uitwerking van EU-wetgeving. Op grond van art. 290 VWEU kan de wetgever (Raad/EP of Raad) aan de Commissie de bevoegdheid overdragen (delegeren) om detailregelgeving vast te stellen met als doel de wetgevingshandeling aan te vullen of te wijzigen. Zie ook ‘gedelegeerde handelingen’.

Essentiële onderdelen

Onderdelen die niet kunnen worden uitgewerkt in een gedelegeerde handeling of uitvoeringshandeling, maar in de basishandeling zelf geregeld moeten worden. Wat essentieel is, is Europeesrechtelijk (nog) niet exact ingevuld en wordt grotendeels bepaald door de politiek. De beoordeling welke onderdelen “essentieel” zijn, is vatbaar voor juridische toetsing door het HvJEU. Het Hof geeft aan dat een onderdeel essentieel is wanneer daarin een politieke afweging gemaakt moet worden. Ook is een bepaling essentieel indien daarmee een belangrijke inmenging in grondrechten mogelijk wordt gemaakt.

Gebundelde gedelegeerde handeling

Uitoefening van de Commissie van meerdere gedelegeerde

bevoegdheidstoekenningen in één basishandeling, door deze te combineren en uit te werken in één gedelegeerde handeling (in plaats van afzonderlijke vaststelling van meerdere gedelegeerde handelingen).

Gedelegeerde handeling

Door de Commissie vastgestelde handeling van algemene strekking, die zijn oorsprong vindt in een wetgevingshandeling, en niet-essentiële onderdelen van de basishandeling aanvult of wijzigt.      Niet te verwarren met een uitvoeringshandeling.

Horizon bepaling

Ook: ‘sunset clausule’. Bepaling in de basishandeling waaruit blijkt dat de gedelegeerde bevoegdheid na een bepaalde periode automatisch komt te vervallen (delegatiebevoegdheid voor bepaalde tijd).

Intrekkingsrecht

Recht van de Raad of EP om de bevoegdheidsdelegatie in te trekken. Het gaat hierbij niet om het intrekken van de gedelegeerde handeling zelf, maar om het intrekken van de, aan de Commissie toegekende bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen.

Niet-essentiële onderdelen

Onderdelen die kunnen worden uitgewerkt in een gedelegeerde handeling of uitvoeringshandeling. Deze onderdelen kunnen ook in de basishandeling zelf geregeld worden. Dat is de keuze van de EU-wetgever (Raad/EP of Raad).

No opinion-clausule

Op grond van art. 5, lid 4, tweede alinea, sub b, van de Comitologieverordening kan de Uniewetgever in een basishandeling opnemen dat de Commissie een uitvoeringshandeling niet mag aannemen als het onderzoekcomité geen advies heeft kunnen geven (dat wil zeggen: geen positief advies, want geen QMV voor, geen negatief advies, want geen QMV tegen, dus stakende stemmen). Dit is de zogeheten ‘no opinion’-clausule.

Omnibusvoorstellen

De Commissie heeft in 2013 een drietal zogenaamde “ omnibusvoorstellen” gedaan ( COM(2013) 451, COM (2013) 452 en COM (2013) 751 ) om 288 wetgevingsinstrumenten waarin nog sprake is van een functionerende regelgevingsprocedure met toetsing, de PRAC, in een veegactie aan te passen aan het post-Lissabon systeem. Deze voorstellen. Deze voorstellen zijn inmiddels ingetrokken door de Commissie. (zie ook ‘PRAC’).

Onderzoekscomité

Comité dat de Commissie adviseert over de vast te stellen uitvoeringshandeling in het kader van de onderzoeksprocedure. Indien het onderzoekscomité een negatief advies uitbrengt, is dit bindend en kan de Europese Commissie de maatregel niet vaststellen. Het is de ‘zwaarste’ variant van uitvoering.

PRAC

Franse afkorting voor de regelgevende procedure met toetsing: Procédure de Réglementation Avec Controle. PRAC is een comitéprocedure die is ingevoerd in 2006 (vóór het Verdrag van Lissabon). Deze procedure komt niet terug in de nieuwe Comitologieverordening en mag ook niet meer worden voorgesteld in nieuwe wetgevingsvoorstellen. Voorlopig blijft de PRAC echter wel bestaan wanneer deze in bestaande wetgeving (van vóór 1 december 2009) wordt aangewezen.

Raadplegingsprocedure

Zie: ‘adviesprocedure’.

Raadplegingscomité

Zie: ‘adviescomité’.

Recht van bezwaar

Recht van de Raad of EP om binnen de in de basishandeling bepaalde termijn bezwaar aan te tekenen tegen de gedelegeerde handeling.

Quasi-wetgeving

Aanduiding die soms gebruikt wordt voor gedelegeerde handelingen.

Secundaire regelgeving

Maatregelen zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten, die zijn vastgesteld op basis van de EU-verdragen. De verdragen zelf worden aangeduid met de term primair recht.

Sunset clausule

Zie ‘horizon bepaling’.

Spoedprocedure ( bij delegatie)

Procedure waarbij een vastgestelde gedelegeerde handeling onverwijld in werking treedt en van toepassing is zolang het EP of Raad daartegen geen bezwaar maken binnen de (in de basishandeling) vastgestelde bezwaartermijn. De spoedprocedure bij delegatie kan alleen worden gebruikt in uitzonderlijke gevallen, zoals veiligheid, volksgezondheid of externe betrekkingen, waaronder humanitaire crises.

Spoedprocedure ( bij uitvoering)

De basishandeling kan bepalen dat een uitvoeringshandeling d.m.v. van een spoedprocedure kan worden vastgesteld. Dit is een procedure waarbij de Commissie (om redenen van urgentie en mits naar behoren gemotiveerd) een uitvoeringsmaatregel kan vaststellen, zonder voorafgaande inspraak van het onderzoeks- of adviescomité.

Ultra vires

Overschrijding door de Commissie van de aan haar toegekende uitvoeringsbevoegdheden.

Ultra vires beroep

Procedure bij het Hof die gestart kan worden door het EP, de Raad of de lidstaten in het geval dat de Commissie de haar toegekende uitvoeringsbevoegdheden overschreden heeft.

Ultra vires toetsingsrecht

Recht van het EP en de Raad om op elk moment aan de Commissie te kennen te geven dat zij van mening zijn dat een ontwerp-uitvoeringshandeling de bij de basishandeling verleende bevoegdheden overschrijdt. De Commissie onderwerpt in dat geval haar ontwerp-uitvoeringhandeling aan hernieuwd onderzoek.

Uitvoering

Nadere uitvoering van EU-wetgeving (art. 291 VWEU ). Er worden uniforme uitvoeringsregels vastgesteld met als doel te voorzien in een goede en eenvormige uitvoering van EU-regelgeving. Zie ook ‘uitvoeringshandelingen’.

Uitvoeringshandeling

Handeling, vastgesteld door de Commissie (en in bepaalde gevallen door de Raad) die eenvormige voorwaarden bevat om de uniforme uitvoering van de basishandeling door de lidstaten te kunnen garanderen. Uitvoeringshandelingen vinden hun oorsprong in een basishandeling en kunnen zowel een algemeen karakter hebben als individueel van aard zijn. Zij hebben slechts betrekking op niet-essentiële onderdelen van de basishandeling, die gemakkelijk moeten kunnen worden aangepast aan praktische ontwikkelingen of gewijzigde wetenschappelijke inzichten. Niet te verwarren met een gedelegeerde handeling.

Wetgevingshandeling

Rechtshandeling die is vastgesteld door de EU-wetgever (Raad en EP).