EU-Hof oordeelt over het beschikken over voldoende middelen als voorwaarde voor toegang en verblijf van derdelanders

Asset Publisher

EU-Hof oordeelt over het beschikken over voldoende middelen als voorwaarde voor toegang en verblijf van derdelanders

Deze zaak heeft betrekking op Richtlijn (EU) 2016/801 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten, en ziet op de uitlegging van de aan het recht op toegang en verblijf verbonden voorwaarde dat de derdelander over voldoende middelen dient te beschikken. De vervulling van die voorwaarde kan er niet van afhangen of de betrokken derdelander aantoont dat is voldaan aan bepaalde specifieke criteria die verband houden met de identificatie van die middelen als inkomen of als vermogen, met de rechtsgrond op basis waarvan hij die middelen heeft verworven en met het feit of hij er definitief en onbeperkt over beschikt alsof die middelen van hem waren. Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciële vragen van een Hongaarse rechter.

Het betreft het arrest van het EU-Hof van 13 november 2025 in de zaak C-525/23, Oti

Meer informatie