‘Juridische garanties Ierland niet in strijd met EU-verdragen’
Nieuwsbericht | 25-06-2009
Peers gaat eerst in op de juridische status van het document, een zogenaamd ‘besluit van de regeringsleiders of staatshoofden bijeen in de Europese Raad’. Er is een ander voorbeeld van een dergelijk besluit: tijdens de Europese Raad in Edinburgh in 1992 namen de leiders een soortgelijk besluit aan ten aanzien van Denemarken. Een verschil met dat besluit is echter, zo merkt Peers op, dat indertijd niet werd vastgelegd dat het besluit in de toekomst in een Protocol gegoten zou worden of dat de afspraken juridisch bindend zouden zijn. Echter, ook over het ‘Deense besluit’ was destijds onder juridische auteurs de mening dat het besluit juridisch bindend was. Nu is dat door de Europese Raad expliciet in de tekst van het besluit vastgelegd.
Vervolgens beantwoordt Peers de cruciale vraag of er een strijd is tussen het besluit en de EU-verdragen. Volgens hem is er geen sprake van strijdigheid. Hij zal gedetailleerd ingaan op de argumenten voor deze conclusie in een latere publicatie over deze kwestie.
De afspraak dat het besluit na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in een Protocol aan het EU-verdrag en het WEU-verdrag ( het huidige EG-verdrag) zal worden gehecht, betekent dat de garanties in het besluit de status van primair recht krijgen. Het heeft dan dezelfde juridische waarde als het Verdrag zelf. De vraag of een protocol in strijd is met de Verdragen kan zich volgens Peers niet voordoen. De één heeft namelijk geen hogere status dan de ander.
Lees hier de volledige tekst van de analyse van prof. Steve Peers.