2001
De ICER is gevraagd te adviseren inzake de implementatie van richtlijnen gebaseerd op artikel 13 EG-Verdrag. De adviesaanvraag betreft de implementatie van de richtlijn tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling bij de arbeid (richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000) en de richtlijn houdende tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (richtlijn 2000/43/EG van 29 juni 2000). Over de ontwerpen van deze richtlijnen heeft de ICER vorig jaar, op verzoek van de Minister van SZW mede namens de Staatssecretaris van SZW, de Minister van BZK en de Minister voor GSI, advies uitgebracht over enkele juridische aspecten van deze richtlijnvoorstellen (ICER 2000/30 en 30a). De algemene conclusie was dat aanvaarding van de richtlijnen niet tot grote knelpunten voor de Nederlandse regelgeving en rechtspraktijk behoefde te leiden. Wel heeft de ICER aanbevelingen gedaan ten behoeve van verduidelijking van de richtlijnvoorstellen. Dit advies is als volgt opgezet. Ten eerste is een kort overzicht gegeven van de relevante nationale en Europese regelgeving (paragraaf 2). In paragraaf 3 zal de voorgestelde wijze van implementatie van de richtlijnen in algemene zin worden besproken, met aansluitend (paragraaf 4) overwegingen met betrekking tot de samenhang van de implementatieregelgeving. In paragraaf 5 zal vervolgens in detail worden ingegaan op de verschillende voorstellen voor implementatie zoals beschreven in de conceptnotitie.