Algemene Rekenkamer start onderzoek naar toegevoegde waarde van EU-subsidies in de periode 2014-2020
Nieuwsbericht | 16-02-2021
Achtergrond
Veel Nederlandse bedrijven, overheden en instellingen ontvangen subsidies van de EU voor de uitvoering van vele verschillende projecten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan subsidies voor werkgelegenheidsprojecten, verduurzaming van de visserij, innovatie en onderzoek bij bedrijven en kennisinstellingen, grensoverschrijdende samenwerking met buurlanden en projecten gericht op veiligheid en migratie.
Nederland ontving van 2014 tot 2020 ongeveer 7,3 miljard euro aan EU-subsidies. Dat bedrag is onderdeel van de fondsen in zogenaamd gedeeld beheer. De Europese Commissie en de nationale overheid zijn samen verantwoordelijk voor de goede besteding van de middelen uit die fondsen.
Doel van het onderzoek
De Algemene Rekenkamer wil met het onderzoek nagaan in hoeverre de Europese subsidies daadwerkelijk verschil maken. Het is namelijk niet altijd duidelijk of EU-subsidies hebben bijgedragen aan het verkleinen van een maatschappelijk probleem. Het onderzoek richt zich ook op de vraag of projecten ook zonder EU-subsidies gerealiseerd zouden zijn en of de projecten zonder de EU-subsidies net zo succesvol zouden zijn geweest.
Het zicht op - en een oordeel over - de toegevoegde waarde van de EU-subsidies voor projecten is volgens de Algemene Rekenkamer van groot belang voor een zinnige, zuinige en zorgvuldige inzet van EU-middelen. Hetzelfde geldt voor het zicht op belangrijke succes- en faalfactoren voor het realiseren van de toegevoegde waarde.
Onderzoeksvragen
De centrale vraag in het onderzoek van de Algemene Rekenkamer is wat de toegevoegde waarde van in Nederland verstrekte EU-subsidies is, welke rol de inrichting en uitvoering van de subsidieregeling daarin speelt en wat succes- en faalfactoren voor de uitvoering ervan zijn.
Deelvragen in het onderzoek zijn:
Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer moet in maart 2022 zijn voltooid.
Meer informatie: