Betere arbeidsomstandigheden voor bepaalde buschauffeurs door nieuwe EU-verordening

Contentverzamelaar

Betere arbeidsomstandigheden voor bepaalde buschauffeurs door nieuwe EU-verordening

De Raad en het Europees Parlement hebben ingestemd met een herziening van de EU-regels inzake rij- en rusttijden in de sector van het ongeregeld personenvervoer. Het doel van de herziening is meer verkeersveiligheid en betere arbeidsomstandigheden voor bus- en toerbuschauffeurs die in Europa ongeregeld vervoer verrichten.

Achtergrond

In Verordening nr. 561/2006 (hierna: de verordening rust- en rijtijden) zijn de maximale dagelijkse en wekelijkse rijtijden, minimumonderbrekingen en minimale dagelijkse en wekelijkse rusttijden voor bestuurders in de commerciële vervoersector vastgesteld. De verordening is van toepassing op wegvervoersondernemers en hun bestuurders: i) ongeacht of zij betrokken zijn bij het vervoer van personen of goederen; of (ii) ongeacht of, in het geval van personenvervoer, het vervoer geregeld of ongeregeld is.

De sector van het ongeregelde personenvervoer heeft echter volgens de Commissie andere kenmerken dan het goederenvervoer en het geregelde personenvervoer, en andere gevolgen wat de arbeidsomstandigheden van de bestuurders betreft. De regels inzake rijtijden, minimumonderbrekingen en rusttijden die op deze sector van toepassing zijn, moesten daarom volgens de Commissie worden aangepast. Daartoe presenteerde de Europese Commissie op 25 mei 2023 een voorstel voor een verordening om de verordening rust- en rijtijden aan te passen.  

Na onderhandelingen over het voorstel is de verordening door de Raad en het Europees Parlement aangenomen, en op 2 mei 2024 in het EU-Publicatieblad verschenen (Verordening (EU) 2024/1258).

De verordening

Verordening (EU) 2024/1258 voorziet in gerichte wijzigingen van de verordening rust- en rijtijden, bedoeld om in de bepalingen inzake onderbrekingen en rusttijden voor beroepschauffeurs die ongeregeld personenvervoer verrichten, zoals chauffeurs van toerbussen, een zekere flexibiliteit in te bouwen (bij wijze van afwijking en naar goeddunken van de bestuurder).

De nieuwe verordening heeft dan ook tot doel de sector beter af te stemmen op zijn specifieke werkritme en te zorgen voor een betere dienstverlening aan passagiers. De maximale rijtijden of minimale rusttijden van de betrokken beroepschauffeurs worden echter niet gewijzigd.

Meer informatie: