Betere regelgeving: Raad keurt akkoord met EP en Commissie goed
Nieuwsbericht | 17-12-2015
Het interinstitutioneel akkoord zal waarborgen dat de EU-wetgeving is toegespitst op de gebieden waar ze de grootste meerwaarde voor de Europese burgers heeft en dat de wetgeving eenvoudig en duidelijk is. Het beoogt overregulering te voorkomen en regeldruk voor burgers en bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), te beperken. Het akkoord voorziet in nauwere samenwerking tussen de instellingen, vooral op het gebied van wetgevingsplanning. Het versterkt ook de effectbeoordelingen van nieuwe initiatieven en moet leiden tot meer transparantie en openbare raadplegingen tijdens het wetgevingsproces.
"Het akkoord over beter wetgeven getuigt van het gezamenlijke vaste voornemen van de EU-instellingen om het burgers en bedrijven gemakkelijker te maken. Wetten moeten gemakkelijk te begrijpen en uit te voeren zijn, en dat is precies waar het akkoord op is gericht", aldus Nicolas Schmit, minister van Arbeid, Werkgelegenheid, en van Sociale en Solidaire Economie.
Het akkoord zal ertoe leiden dat de Commissie voordat ze haar jaarlijks werkprogramma vastlegt, zowel de Raad als het Parlement raadpleegt en rekening houdt met hun standpunt. Daarnaast zullen de drie instellingen op basis van het jaarlijks werkprogramma van de Commissie gezamenlijke wetgevingsprioriteiten voor het volgende jaar bepalen. Om de langetermijnplanning vlotter te doen verlopen, is in het akkoord opgenomen dat bij de benoeming van een nieuwe Commissie alle drie de instellingen van gedachten zullen wisselen over de voornaamste beleidsdoelstellingen voor de nieuwe ambtstermijn.
Voordat de Commissie een voorstel goedkeurt zal ze openbare raadplegingen houden, waarbij met name de rechtstreekse deelname van kmo's wordt aangemoedigd. Als onderdeel van het proces ter verbetering van de kwaliteit van EU-wetgeving zullen de effectbeoordelingen van nieuwe initiatieven worden versterkt. Daarin zal meer rekening worden gehouden met het effect van nieuwe wetgeving op het concurrentievermogen, in het bijzonder met betrekking tot kmo's. In de effectbeoordelingen zal ook beoordeeld worden wat de kosten zijn indien niets op EU-niveau wordt ondernomen. De Raad en het Parlement zijn overeengekomen effectbeoordelingen te verrichten van aanzienlijke wijzigingen aan Commissievoorstellen indien zij van oordeel zijn dat dit passend en nodig is voor het wetgevingsproces.
De Raad, het Parlement en de Raad zijn het er tevens over eens geworden om meer inspanningen te leveren ter vereenvoudiging van de EU-wetgeving. Elk jaar zal de Commissie beoordelen in hoeverre ze hierin zijn geslaagd. De Commissie zal naargelang van het geval specificeren wat het lastenverminderings- en het besparingspotentieel van afzonderlijke wetgevingsvoorstellen is binnen het bredere kader van de kosten en baten van EU-wetgeving.
Om de efficiƫntie van hun wetgevingswerkzaamheden te verhogen, zijn de Raad en het Parlement vastbesloten om nauwer samen te werken. Ze zijn overeengekomen om gedurende de hele wetgevingscyclus de transparantie te waarborgen en de communicatie met het publiek te verbeteren.
In het akkoord is ook opgenomen dat de Commissie meer raadplegingen van deskundigen zal houden voordat ze gedelegeerde handelingen vaststelt. Dat houdt onder meer in dat zij systematisch door de lidstaten aangewezen deskundigen zal raadplegen.
Zodra de juristen-vertalers het akkoord hebben bijgewerkt, zal het door de drie instellingen volgens hun interne procedure formeel moeten worden aangenomen. Daarna moet het akkoord door de voorzitters van de drie instellingen worden ondertekend en zal het diezelfde dag nog in werking treden.
ECER-bericht 21 mei 2015: nieuwe aanpak voor betere EU-regelgeving