Commissie presenteert voorstellen om rechten van volwassenen die bescherming of ondersteuning behoeven in grensoverschrijdende situaties beter te waarborgen
Nieuwsbericht | 07-06-2023
Achtergrond
Op EU-niveau zijn meer dan 20 EU-verordeningen aangenomen om de regels van het internationaal privaatrecht te harmoniseren, waardoor veel belemmeringen in de justitiële samenwerking tussen de EU-lidstaten zijn weggenomen (zie het ECER-dossier over het Europees internationaal privaatrecht). Op dit moment ontbreekt echter EU-wetgeving die de justitiële samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van volwassenen in grensoverschrijdende situaties regelt. Dergelijke situaties gaan vaak gepaard met complexe en soms tegenstrijdige regels van het internationaal privaatrecht van de lidstaten.
Al jaren bevordert de Commissie de ratificatie door alle EU-lidstaten van het Verdrag van Den Haag van 2000 inzake de bescherming van volwassenen (hierna: het Verdrag). Het Verdrag biedt een wettelijk minimumkader dat geschikt is voor internationale toepassing. Momenteel is het verdrag slechts in 12 lidstaten van toepassing en lijkt bovendien niet goed aan te sluiten bij de EU-context.
Daarom heeft de Commissie op 31 mei 2023 een verordening voorgesteld die voortbouwt op de regels van het Verdrag en op bestaande EU-maatregelen met betrekking tot het grensoverschrijdend civiel recht. De voorgestelde verordening zal voorzien in modernere, gestroomlijnde en uniforme regels die geschikt zijn voor de EU.
Daarnaast heeft de Commissie een voorstel voor een besluit van de Raad gepresenteerd. Op basis van het voorgestelde Raadsbesluit worden alle EU-lidstaten verplicht om partij te worden of te blijven bij het Verdrag.
De voorstellen
De twee voorstellen hebben betrekking op volwassenen die door een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun persoonlijke belangen te behartigen. Dit kan verband houden met een leeftijdsgeboden ziekte (bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer) of het gevolg zijn van een gezondheidstoestand. De twee voorstellen zullen alleen van toepassing zijn in grensoverschrijdende situaties en het nationale materiële recht van de lidstaten inzake de bescherming van volwassenen niet aantasten.
De voorgestelde verordening voorziet in regels die binnen de EU van toepassing zullen zijn, met name om vast te stellen welke rechter bevoegd is, welk recht van toepassing is, onder welke voorwaarden een buitenlandse maatregel of vertegenwoordigingsbevoegdheid rechtsgevolgen moet krijgen en hoe autoriteiten kunnen samenwerken. Ook stelt zij een reeks praktische instrumenten voor, zoals:
Het voorstel voor een besluit van de Raad verplicht alle lidstaten om partij te worden of te blijven bij het Verdrag. Daarmee wordt een uniform rechtskader voor de bescherming van volwassenen beoogd in gevallen waarbij niet-EU-landen betrokken zijn.
Meer informatie: