Commissie stelt aanpassing comitologieprocedure voor

Contentverzamelaar

Commissie stelt aanpassing comitologieprocedure voor

De Commissie heeft een voorstel gepresenteerd om de beroepsfase van de comitologieprocedure aan te passen. Met het voorstel wil de Commissie bredere politieke verantwoordelijkheid en eigenaarschap van lidstaten over politiek gevoelige uitvoeringshandelingen verzekeren.

De Commissie stelt voor om de Verordening (EU) Nr. 182/2011, de zogenaamde “Comitologieverordening” te wijzigen. Deze verordening bevat de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop lidstaten de uitoefening van uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (via de zgn. “Comitologiecomités” bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten).

Aanleiding hiervoor zijn impasses in de besluitvorming op gevoelige dossiers op het terrein van gezondheid en veiligheid van mensen, dieren en planten, specifiek in verband met genetisch gemodificeerde organismen, levensmiddelen en diervoerders en gewasbeschermingsmiddelen als glyfosaat. De besluitvorming hierover vindt plaats via de vaststelling van uitvoeringshandeligen door de Commissie (comitologie). In de praktijk blijken lidstaten vaak geen overeenstemming te kunnen bereiken over de toelating van deze producten op de markt. Dat wil zeggen dat er in het onderzoekscomité geen gekwalificeerde meerderheid van stemmen (QMV) voor of tegen toelating blijkt te zijn, waardoor de stemmen staken (“geen advies”). Op basis van de huidige Comitologieverordening bestaat er vervolgens een mogelijkheid voor de Commissie om een ontwerpuitvoeringshandeling aan het comité van beroep voor te leggen. Tot nu toe is echter steeds gebleken dat het comité van beroep de uitkomst van het onderzoekscomité om geen advies uit te brengen heeft bevestigd (zie ook het Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement end e Raad over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) NR. 182/2011) . Op basis van de huidige regels dient de Commissie in een dergelijke situatie (wanneer er noch in het comité, noch in het comité van beroep een QMV voor of tegen de vaststelling van een uitvoeringshandeling blijkt te zijn) de knoop door te hakken en het besluit te nemen om de uitvoeringshandeling al dan niet vast te stellen.

In zijn “Staat van de Unie” 2016 heeft Commissievoorzitter Juncker al aangegeven van mening te zijn dat het niet aan de Commissie zou moeten zijn om een in dergelijke situatie een besluit te nemen:  “ We moeten ook durven erkennen dat het niet aan ons is om bepaalde besluiten te nemen. Het is niet juist dat als EU-landen niet onderling kunnen besluiten of zij al dan niet het gebruik van glyfosaat in herbiciden verbieden, de Commissie door het Parlement en de Raad wordt gedwongen een besluit te nemen.”

De Commissie stelt daarom voor om de regels met betrekking tot het beroepscomité in de Comitologieverordening aan te passen.

Indien de stemming over een ontwerp uitvoeringshandeling wordt uitgesteld of wanneer er geen advies is van het beroepscomité, kan de voorzitter volgens het voorstel besluiten dat het beroepscomité een tweede keer bijeen komt, maar dan op ministerieel niveau. Daarnaast staat in het voorstel dat lidstaten die niet vertegenwoordigd zijn of zich onthouden van stemming, niet langer mogen meetellen bij de berekening van een gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Dat betekent dat bij de berekening van een QMV enkel rekening wordt gehouden met de voor- en tegenstemmers. Verder wordt een quorum voorgesteld: de stemming is ongeldig als er niet ten minste een gewone meerderheid van vertegenwoordigers van lidstaten aanwezig is. Indien het beroepscomité toch niet tot een besluit weet te komen, dan mag de Commissie de kwestie voorleggen aan de Raad voor zijn zienswijze. De Commissie dient rekening te houden met het standpunt van de Raad. Ten slotte stelt de Commissie voor om de uitslagen van de invididuele stemmingen in het beroepscomité openbaar te maken, door deze op te nemen in het Comitologieregister.

Met deze voorstellen hoopt de Commissie de werking van de comitologieprocedures op het niveau van het beroepscomité te verbeteren. Doel van de Commissie is om hiermee de politieke verantwoordelijkheid en eigenaarschap van lidstaten over politiek gevoelige uitvoeringshandelingen te verzekeren.

Meer info: