Definitieve vaststelling van EU-richtlijn inzake minimumbelastingniveau voor grootste bedrijven
Nieuwsbericht | 22-12-2022
Achtergrond
Op 8 oktober 2021 bereikten de bijna 140 landen van het inclusief kader van de OESO/G20 inzake grondslaguitholling en winstverschuiving (Base Erosion and Profit Shifting – BEPS) een akkoord over een gedetailleerd plan voor een internationale fiscale hervorming. Deze hervorming van de internationale regels voor de vennootschapsbelasting heeft twee pijlers:
• Pijler 1 zorgt ervoor dat heffingsrechten op de grootste multinationale ondernemingen op een andere manier worden toegekend, namelijk aan de jurisdicties waar de winsten worden behaald. Deze pijler wordt uitgevoerd via een multilateraal verdrag. De details van dit verdrag worden momenteel verder uitgewerkt in het inclusief kader;
• Pijler 2 omvat regels die de mogelijkheden voor grondslaguitholling en winstverschuiving moeten beperken, zodat de grootste multinationals een minimumtarief voor vennootschapsbelasting betalen.
De omzetting van de tweede pijler in nationale wetgeving gebeurt nu via een Europese richtlijn die door alle lidstaten met eenparigheid van stemmen is aangenomen. Die Europese richtlijn (richtlijn 2022/2523) is op 22 december 2022 in het Publicatieblad van de EU gepubliceerd.
Inhoud van de richtlijn
De doeltreffende uitvoering van de richtlijn moet ervoor zorgen dat er een einde komt aan de race to the bottom in belastingtarieven voor bedrijven. Grote multinationale en binnenlandse groepen of bedrijven met een gecombineerde jaaromzet van ten minste 750 miljoen euro zullen minimaal 15 procent belasting moeten gaan betalen. De nieuwe regels zullen het risico op uitholling van de belastinggrondslag en winstverschuiving verminderen en waarborgen dat de grootste multinationals het afgesproken minimumtarief voor vennootschapsbelasting betalen.
De richtlijn moet uiterlijk eind 2023 door de lidstaten in nationaal recht zijn omgezet.
Meer informatie: