EU-Ambtenarengerecht verdwijnt, EU-Gerecht neemt taak over
Nieuwsbericht | 27-07-2016
Dit is geregeld in verordening (EU) 2016/1192 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de overdracht aan het Gerecht van de bevoegdheid om in eerste aanleg uitspraak te doen in geschillen tussen de Europese Unie en haar personeelsleden. De verordening treedt in werking op 1 augustus 2016 en is van toepassing vanaf 1 september 2016.
Deze verordening wijzigt Protocol nr. 3 bij het verdrag van Lissabon. Dat is mogelijk op grond van artikel 281, tweede alinea EU-Werkingsverdrag. Bijlage 1 bij het Statuut wordt simpelweg geschrapt. Daarin was sinds 2004 het Ambtenarengerecht geregeld bij besluit 2004/752/EG. Dat besluit wordt nu ook geschrapt.
Dat betekent dat de EU-instelling Hof van Justitie van de Europese Unie dan weer zal bestaan uit twee organen: het Hof van Justitie en het Gerecht.
De zaken die op 31 augustus 2016 aanhangig zijn bij het Gerecht voor ambtenarenzaken worden overgedragen aan het Gerecht.
De zaken die op dit datum al in hoger beroep dienen bij het Gerecht worden afgedaan door het Gerecht. Als het Gerecht een eerder arrest van het Ambtenarengerecht vernietigt, zal zo nodig een andere kamer van het Gerecht de zaak opnieuw behandelen.
Deze operatie maakt deel uit van een bijzondere regeling die aanvankelijk moest leiden tot een beperkte uitbreiding van de capaciteit van het Gerecht. Omdat over de verdeling van de nieuwe rechters tussen de lidstaten geen overeenstemming kon worden bereikt, stelde de toenmalige president van het EU-Hof voor het aantal rechters in het Gerecht in drie fasen te verdubbelen. Op die manier kon iedere lidstaat een extra rechter aanwijzen. Onderdeel van deze verdubbeling vormde de opheffing van het Ambtenarengerecht en de overheveling van de zeven zittende rechters naar het Gerecht.