EU-Gerecht verwerpt beroep van Ryanair tegen het besluit van de Commissie om reddingssteun in het kader van COVID aan Portugese vliegmaatschappij goed te keuren
Nieuwsbericht | 21-02-2025
Het gaat om het arrest van het EU-Gerecht van 5 februari 2025 in zaak T-743/21 (Ryanair tegen Commissie (TAP II, reddingssteun, COVID-19).
Achtergrond In juni 2020 heeft Portugal bij de Europese Commissie een steunmaatregel aangemeld ten behoeve van Transportes Aéreos Portugueses SGPS (TAP SGPS), de moedermaatschappij en 100 procent aandeelhouder van de luchtvaartmaatschappij TAP Air Portugal. De aangemelde steun, waarvan de maximale begroting 1,2 miljard euro bedraagt, heeft betrekking op een leningsovereenkomst die is gesloten tussen onder meer Portugal als kredietverstrekker, TAP Air Portugal als kredietnemer en TAP SGPS als garantieverstrekker. Met die maatregel wilde Portugal de begunstigde gedurende zes maanden, tussen juli en december 2020, in bedrijf houden.
Op 10 juni 2020 heeft de Europese Commissie een beschikking gegeven (Beschikking C(2020) 3989 van de Commissie betreffende steunmaatregel SA.57369 (2020/N) - COVID-19 - Portugal - Steun verleend aan TAP) waarin zij concludeerde dat de betrokken maatregel staatssteun vormde. Zij verklaarde de maatregel echter verenigbaar met de interne markt (op basis van artikel 107, lid 3, onder c ), EU-Werkingsverdrag, gelezen in samenhang met de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (“de richtsnoeren”)).
De lage kosten-luchtvaartmaatschappij Ryanair heeft die oorspronkelijke beschikking aangevochten bij het Gerecht van de Europese Unie. Bij arrest van 19 mei 2021 (arrest van het EU-Gerecht van 19 mei 2021, Ryanair/Commissie (TAP; Covid-19), T-465/20 ) heeft het Gerecht het besluit nietig verklaard op grond dat de Commissie niet had aangegeven of TAP SGPS deel uitmaakte van een groter concern, hetgeen noodzakelijk was om te bepalen of TAP SGPS in aanmerking kwam voor reddingssteun (in de zin van punt 22 van de richtsnoeren). Het EU-Gerecht heeft de Commissie de mogelijkheid gegeven om binnen twee maanden een nieuw besluit vast te stellen om deze tekortkomingen te verhelpen. Daartoe schortte het de gevolgen van de nietigverklaring op in afwachting van de vaststelling van de nieuwe beschikking.
Op 16 juli 2021 heeft de Commissie een nieuw besluit tot goedkeuring van de steun vastgesteld. Zij heeft met name vastgesteld dat TAP SGPS in aanmerking kwam voor reddingssteun (Besluit C(2021) 5302 van de Commissie betreffende staatssteun SA.57369 (2020/N) - Portugal - Reddingssteun aan TAP SGPS).
Ryanair heeft de nieuwe beschikking aangevochten bij het EU-Gerecht.
EU-Gerecht In het arrest van 5 februari 2025 verwerpt het EU-Gerecht het beroep van Ryanair.
Het EU-Gerecht is van oordeel dat de Europese Commissie niet is voorbijgegaan aan de voorwaarden om voor reddingssteun in aanmerking te komen (met name de voorwaarden van de punten 8 en 22 van de richtsnoeren). Volgens het Gerecht mocht de Commissie op grond van haar betrekkingen met Parpública (naamloze vennootschap) en AGW vaststellen dat TAP SGPS tot een groep behoorde. Ten tijde van de aanmelding van de betrokken maatregel waren Parpública en AGW twee directe aandeelhouders van TAP SGPS, die respectievelijk 50 en 45 procent van het kapitaal van TAP SGPS in handen hadden. Het Gerecht benadrukt onder meer dat de Commissie terecht heeft geoordeeld dat de moeilijkheden van TAP Air Portugal te ernstig waren om door het concern te worden opgelost. Bovendien heeft de Europese Commissie volgens het EU-Gerecht terecht geoordeeld dat de maatregel beantwoordt aan een doelstelling van gemeenschappelijk belang, dat hij passend en evenredig is. De Commissie kon evenmin worden verweten dat zij de negatieve gevolgen van de betrokken steunmaatregel onvolledig had onderzocht. De Commissie heeft dus artikel 107, lid 3, onder c) , EU-Werkingsverdrag en de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun niet onjuist toegepast, zoals Ryanair betoogt. Ook de beginselen van non-discriminatie, het vrij verrichten van diensten en de vrijheid van vestiging zijn niet geschonden. Het Gerecht verwerpt ook de argumenten van Ryanair dat het onderzoek van de Commissie onvolledig en ontoereikend was en dat de beschikking onvoldoende gemotiveerd was.
Meer informatie: Persbericht Curia (EN) ECER-dossier : Staatssteun