EU-Hof: belastingvrijstelling kan in bepaalde omstandigheden in strijd met staatssteunregelgeving zijn

Contentverzamelaar

EU-Hof: belastingvrijstelling kan in bepaalde omstandigheden in strijd met staatssteunregelgeving zijn

Een wettelijke regeling van een lidstaat (in dit geval Polen) waarbij terreinen, gebouwen en bouwwerken die deel uitmaken van de spoorweginfrastructuur worden vrijgesteld van onroerendezaakbelasting wanneer die infrastructuur ter beschikking van de spoorwegvervoerders wordt gesteld, lijkt geen maatregel die de begunstigden van deze vrijstelling een selectief voordeel verleent. Omdat een dergelijke vrijstelling wordt geacht inherent te zijn aan het „normale” belastingstelsel, verleent zij over het algemeen geen selectief voordeel. Die vrijstelling zou wel selectief kunnen zijn. Ten eerste wanneer de vrijstelling deel uitmaakt van een belastingstelsel dat is opgezet volgens kennelijk discriminerende parameters. Ten tweede wanneer de voorwaarden van de relevante regelgeving om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen betrekking hebben op specifieke kenmerken van de begunstigde ondernemingen, waarbij die kenmerken onlosmakelijk verbonden zijn met de aard van die ondernemingen of van hun activiteiten, zodat zij een coherente categorie vormen. Dat is de uitspraak van het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Poolse rechter.

Het gaat om het arrest van 29 april 2025 van het EU-Hof in zaak C-453/23 (Prezydent Miasta Mielca).

Meer informatie:
Persbericht Curia
ECER-dossier: Staatssteun