EU-Hof bevestigt nietigverklaring Commissiebeschikking die Spaanse belastingregeling over aftrek indirecte verwerving van deelnemingen in buitenlandse ondernemingen onwettig verklaart

Het EU-Hof verwerpt de hogere voorzieningen van de Europese Commissie. Het EU-Hof merkt op dat in de oorspronkelijke beschikkingen uitdrukkelijk wordt vermeld dat de uitzonderingen op de verplichtingen tot staking en terugvordering zowel betrekking hebben op directe als indirecte verwervingen van deelnemingen. Aangezien de rechtmatigheid van deze aanvankelijke beschikkingen uiteindelijk was vastgesteld diende het Gerecht daaruit volgens het EU-Hof af te leiden, zoals het ook heeft gedaan, dat deze uitzonderingen betrekking hadden op beide soorten verwervingen van deelnemingen. Beide soorten deelnemingen worden dus beschermd door het gewettigd vertrouwen dat de Commissie in de oorspronkelijke beschikkingen heeft erkend. Bovendien verzet het rechtszekerheidsbeginsel zich ertegen dat de Commissie de belastingaftrek van de uit de indirecte verwerving van deelnemingen resulterende financiële goodwill aanmerkt als een nieuwe onrechtmatig ten uitvoer gelegde steunregeling.