EU-Hof: de voorzieningszekerheid van basisgrondstoffen voor de lokale bouwsector kan niet als rechtvaardiging dienen om een buitenlandse investering te blokkeren

Contentverzamelaar

EU-Hof: de voorzieningszekerheid van basisgrondstoffen voor de lokale bouwsector kan niet als rechtvaardiging dienen om een buitenlandse investering te blokkeren

De bepalingen van het EU-Werkingsverdrag inzake de vrijheid van vestiging staan eraan in de weg dat een lidstaat de verwerving van de eigendom van een strategisch geachte ingezeten vennootschap verbiedt op grond dat die verwerving afbreuk doet of dreigt te doen aan het nationale belang om voor de bouwsector, met name op lokaal niveau, de voorzieningszekerheid van basisgrondstoffen te waarborgen. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Hongaarse rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 13 juli 2023 in de zaak C-106/22, Xella Magyarország.

Achtergrond

De Hongaarse producent van betonmaterialen Xella Magyarország (hierna: Xella) vecht een beslissing van de Hongaarse minister van Innovatie en Technologie (hierna: minister) aan die Xella verbiedt om het Hongaarse bedrijf Janes és Társa (hierna: Janes) over te nemen. De hoofdactiviteit van Janes bestaat in de winning van grind, zand en klei in haar steengroeve. Xella is eigendom van een Duits bedrijf, dat op zijn beurt eigendom is van een Luxemburgs bedrijf. Dit Luxemburgse bedrijf is indirect eigendom van een moedermaatschappij die is gevestigd in Bermuda. Uiteindelijk is deze moedermaatschappij in handen van een natuurlijk persoon uit Ierland. Duitsland, Luxemburg en Ierland zijn EU-lidstaten. Bermuda is een ‘derde land’ (d.w.z. een land dat geen lid is van de EU).

De minister beschouwt Janes als een 'strategisch bedrijf' volgens het Hongaarse screeningsmechanisme voor buitenlandse investeringen. De minister vreest dat als Janes indirect eigendom zou worden van een in Bermuda geregistreerd bedrijf, dit de levering van grondstoffen aan de bouwsector op de lange termijn in gevaar kan brengen (vooral in de regio waar Janes actief is).

De verwijzende Hongaarse rechter vraagt aan het EU-Hof of het Hongaarse screeningsmechanisme voor buitenlandse investeringen in overeenstemming is met het EU-recht. Het Hongaarse screeningsmechanisme biedt de mogelijkheid om de overname van een binnenlandse onderneming door een andere binnenlandse onderneming, die onderdeel is van een multinationale groep, te verbieden. Dit kan gebeuren als een onderneming uit een derde land de meerderheidscontrole uitoefent over de verwervende onderneming en de overname het nationale belang schaadt of dreigt te schaden bij het verzekeren van de bevoorrading van de bouwsector, in het bijzonder op lokaal niveau, met betrekking tot basisgrondstoffen zoals grind, zand en klei.

EU-Hof

Het EU-Hof stelt ten eerste vast dat de gestelde vraag enkel moet worden beoordeeld in het kader van de bepalingen van het EU-Werkingsverdrag inzake de vrijheid van vestiging. Het EU-Hof benadrukt dat de betreffende overname niet onder de reikwijdte valt van Verordening (EU) 2019/452 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie (hierna: BDI-screeningsverordening). De BDI-screeningsverordening is uitsluitend van toepassing op investeringen binnen de Europese Unie door bedrijven uit derde landen. Het feit dat, zoals in dit geval, een onderneming die in een derde land gevestigd is, meerderheidscontrole uitoefent over de in de EU gevestigde investeerder, betekent volgens het EU-Hof niet automatisch dat deze verordening van toepassing is.

Het EU-Hof merkt daarnaast op dat de vraag van de verwijzende rechter,  ontvankelijk is, ondanks dat zowel de verkrijgende onderneming (Xella) als de verkochte onderneming (Janes) Hongaarse bedrijven zijn. De grensoverschrijdende eigendomsstructuur van de verkrijgende onderneming, waarbij haar moedermaatschappij een Duits bedrijf is en haar ‘grootouder’-vennootschap een Luxemburgs bedrijf is, is volgens het EU-Hof namelijk een relevant grensoverschrijdend element.

Volgens het EU-Hof beperkt het Hongaarse screeningsmechanisme in dit geval de vrijheid van vestiging en is deze beperking bijzonder ernstig. Volgens vaste rechtspraak van het EU-Hof kan de openbare orde en de openbare veiligheid slechts worden aangevoerd ter rechtvaardiging van een inbreuk op de vrijheid van vestiging in geval van een werkelijke en genoegzaam ernstige bedreiging, die een fundamenteel belang van de samenleving aantast. Het EU-Hof oordeelt dat de beperking in dit geval niet gerechtvaardigd kan worden door het doel om de bevoorrading van de bouwsector, vooral op lokaal niveau, te waarborgen voor essentiële basismaterialen zoals grind, zand en klei. Volgens het EU-Hof is deze doelstelling geen fundamenteel belang van de samenleving, zoals bijvoorbeeld wel het geval is bij de veiligheid van de energievoorziening, telecommunicatie en oliesector.

Verder oordeelt het EU-Hof dat het er niet naar uitziet dat de overname die door de betreffende nationale beslissing wordt verboden, een werkelijke en genoegzaam ernstige bedreiging zou kunnen vormen voor de levering van basisgrondstoffen aan de lokale bouwsector. In dit verband acht het EU-Hof van belang dat de verwervende onderneming (Xella) op dit moment al ongeveer 90 procent van de basisgrondstoffen afneemt die in de steengroeve van Janes wordt geproduceerd. Slechts 10 procent van de productie wordt afgenomen door lokale bouwbedrijven.

Gelet op alle overwegingen moet volgens het EU-Hof op de prejudiciële vraag worden geantwoord dat het Hongaarse screeningsmechanisme voor buitenlandse investeringen in dit geval onverenigbaar is met de bepalingen van het EU-Werkingsverdrag inzake de vrijheid van vestiging.  

Meer informatie:

  • ECER-dossier – Toezicht op directe buitenlandse investeringen
  • ECER-bericht - Europese Commissie keurt verslagen over de uitvoering van buitenlandse directe investeringen en over uitvoercontroles goed (6 september 2022)
  • ECER-bericht - EU-Verordening Screening Buitenlandse Directe Investeringen volledig van toepassing (13 oktober 2020)
  • Persbericht van het EU-Hof (EN)