EU-Hof: derde land kan alleen op basis van het gehele grondgebied worden aangemerkt als 'veilig land van herkomst'

Contentverzamelaar

EU-Hof: derde land kan alleen op basis van het gehele grondgebied worden aangemerkt als 'veilig land van herkomst'

Ook betekent het uitroepen van de noodtoestand niet automatisch dat een land niet (meer) kan worden aangewezen als ‘veilig land van herkomst’ in de zin van de EU-Procedurerichtlijn. Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciële vragen van een Tsjechische rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 4 oktober 2024 in de zaak C-406/22, Ministerstvo vnitra České republiky, Odbor azylové a migrační politiky

Achtergrond

Verzoeker is afkomstig uit Moldavië (een derde land) en heeft op 9 februari 2022 in Tsjechië een verzoek om internationale bescherming ingediend. De Tsjechische autoriteiten hebben dit verzoek op 8 maart 2022 kennelijk ongegrond verklaard. Reden hiervoor is dat Moldavië door Tsjechië is aangemerkt als een ‘veilig land van herkomst’ in de zin van artikel 37, lid 1, van de EU-Procedurerichtlijn. Daarbij is een territoriale uitzondering gemaakt voor Transnistrië, aangezien Moldavië in die regio geen openbaar gezag kon uitoefenen.

Moldavië heeft eind februari 2022 gebruik gemaakt van artikel 15 EVRM. Op grond van die bepaling kan in geval van oorlog of andere noodsituaties worden afgeweken van bepaalde verplichtingen die conform dat verdrag op dit land rusten. De Tsjechische verwijzende rechter vraagt het EU-Hof welke gevolgen dit beroep op artikel 15 EVRM heeft voor de aanwijzing van een land als ‘veilig land van herkomst’ in de zin van de EU-Procedurerichtlijn.

EU-Hof

Volgens het EU-Hof kan het concept ‘veilig land van herkomst’ uit de EU-Procedurerichtlijn alleen worden toegepast op een derde land wanneer het gehele grondgebied voldoet aan de in bijlage I bij deze richtlijn vermelde materiële voorwaarden voor een dergelijke aanwijzing. Verder vindt het EU-Hof dat het uitroepen van de noodtoestand op grond van artikel 15 EVRM niet automatisch betekent dat dit land niet (meer) kan worden aangewezen als ‘veilig land van herkomst’. Wel moet deze omstandigheid door de bevoegde nationale autoriteiten worden betrokken bij de beslissing of zo’n aanwijzing kan worden gehandhaafd. En de nationale rechter moet dit ambtshalve toetsen in een beroep tegen een beslissing tot afwijzing van een verzoek om internationale bescherming dat wordt onderzocht in het kader van de bijzondere regeling die van toepassing is op verzoeken die worden ingediend door verzoekers uit derde landen die als veilige landen van herkomst zijn aangewezen. 

Meer informatie: