EU-Hof: eerdere onderhandse gunning openbaar personenvervoer contract aan interne exploitant vereist geen nieuwe beoordeling via PSO-verordening over recht tot deelname aan aanbesteding
Nieuwsbericht | 21-02-2025
Het betreft het arrest van 13 februari 2025 van het EU-Hof in zaak 684/23 (Latvijas Sabiedriskais Autobuss).
Achtergrond Op 19 mei 2021 heeft het Letse Autotransporta direkcija VSIA (hierna: ATD), een openbaar bedrijf dat belast is met de organisatie van openbare vervoersdiensten in Letland, als aanbestedende dienst een openbare aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor de concessie van het recht om openbare busvervoersdiensten aan te bieden op het netwerk van routes van regionaal belang, in het kader waarvan tot en met 30 augustus 2021 offertes konden worden ingediend (hierna: in het hoofdgeding aan de orde zijnde overheidsopdracht). Verzoekster in het hoofdgeding - Latvijas Sabiedriskais Autobuss SIA, een vennootschap naar Lets recht- heeft in het kader van deze procedure een offerte ingediend, onder meer voor het perceel „Ventspils” (de stad Ventspils (Letland)).
Bij besluit van 7 december 2022 (hierna: besluit van 7 december 2022) heeft ATD die offerte afgewezen en de in het hoofdgeding aan de orde zijnde overheidsopdracht gegund aan een vennootschap waarvan het volledige kapitaal in handen is van de gemeente Ventspils, te weten Ventspils Reiss PSIA (hierna: VR).
Op 13 januari 2012 heeft de gemeente Ventspils, als bevoegde plaatselijke overheid, VR, als interne exploitant, onderhands een openbaredienstcontract gegund voor het aanbieden van openbare busvervoersdiensten in de stad Ventspils, welk contract op 31 december 2023 zou aflopen (hierna: onderhands gegund openbaredienstcontract). Op 27 september 2019 heeft deze gemeente besloten de vervaldatum van dat contract te vervroegen tot 30 september 2021 en een aanbestedingsprocedure te organiseren voor het recht om openbaarvervoersdiensten te verrichten in de stad Ventspils. In dat contract was evenwel bepaald dat de looptijd ervan kon worden verlengd in de gevallen bedoeld in artikel 5, lid 5, van PSO-verordening nr. 1370/2007 . Op 31 maart 2021 heeft de gemeente Ventspils een aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor het aldaar aanbieden van openbare busvervoersdiensten. Wegens de vertraging bij de aanbestedingsprocedure heeft die gemeente op 2 september 2021 op grond van artikel 5, lid 5, van de PSO-verordening besloten om het onderhands gegunde openbaredienstcontract te verlengen tot de sluiting van een nieuw contract of uiterlijk tot 30 september 2022.
Op 10 september 2021 is de aanbestedingsprocedure opgeschort na een besluit van het Letse bureau voor toezicht op overheidsopdrachten (hierna: BTO) wegens de noodzaak om het bestek te wijzigen. Op 19 september 2021 heeft de gemeente Ventspils een nieuwe aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor het aldaar aanbieden van openbare busvervoersdiensten. Wegens de vertraging bij de aanbestedingsprocedure heeft die gemeente op 22 september 2022 op grond van artikel 5, lid 5, van de PSO-verordening besloten om het onderhands gegunde openbaredienstcontract opnieuw te verlengen tot de sluiting van een nieuw contract of uiterlijk tot 30 september 2023. Op 1 juni 2023 is deze aanbestedingsprocedure na een besluit van het BTO opgeschort om inconsistenties in het bestek weg te werken.
Verzoekster in het hoofdgeding - Latvijas Sabiedriskais Autobuss SIA -heeft bij het BTO het besluit van 7 december 2022 aangevochten met het betoog dat ATD VR van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde overheidsopdracht had moeten uitsluiten wegens schending van de in artikel 5, lid 2, derde alinea, onder c), van de PSO-verordening gestelde termijn van twee jaar waarbinnen deze interne exploitant via een openbare aanbestedingsprocedure tot een dergelijke gunning kan worden toegelaten.
Bij besluit van 6 februari 2023 heeft het BTO het besluit van 7 december 2022 bevestigd op grond dat op de voor de indiening van de offerten vastgestelde datum (te weten 30 augustus 2021) aan alle voorwaarden van artikel 5, lid 2, derde alinea, onder c), van de PSO-verordening was voldaan. Volgens het BTO werd het onderhands gegunde openbaredienstcontract tot en met 30 september 2023 verlengd overeenkomstig artikel 5, lid 5, van die verordening, teneinde de continuïteit van de openbaarvervoersdienst op het grondgebied van de gemeente Ventspils te waarborgen. De vraag of er eventueel sprake is van onrechtmatige staatssteun, moet niet worden beoordeeld in het kader van een open en transparante aanbestedingsprocedure, zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde overheidsopdracht, die door ATD is georganiseerd, maar in het kader van de door de gemeente Ventspils genomen besluiten en de door haar gesloten overeenkomsten.
Latvijas Sabiedriskais Autobuss SIA stelt tegen het besluit van 6 februari 2023 administratief beroep in bij de Letse administratīvā rajona tiesa (bestuursrechter in eerste aanleg), de verwijzende rechter.
Deze rechter schorst de behandeling van de zaak en verzoekt het EU-Hof om een prejudiciële beslissing over een drietal vragen. De verwijzende rechter acht het in de eerste plaats noodzakelijk om het EU-Hof te vragen of de in artikel 5, lid 2, derde alinea, onder c), van PSO-verordening gestelde vereisten voor deelname aan een aanbestedingsprocedure door een interne exploitant moeten worden getoetst in het kader van de in artikel 5, lid 3, van deze verordening geregelde procedure.
Deze vraag komt voort uit overweging 18 van de PSO-verordening waaruit volgt dat om de voorwaarde van gelijkwaardige mededinging te garanderen een strikt kader dient te worden vastgesteld voor de onderhandse gunning van een openbaredienstcontract voor personenvervoer. De onderhandse gunning van een dergelijk contract moet op basis daarvan worden beschouwd als een economisch voordeel waarop geen enkele exploitant aanspraak kan maken onder normale marktomstandigheden, zodat een dergelijk voordeel en de betalingen die op grond daarvan worden gedaan een duidelijke impact hebben op de concurrentie. Daarom mogen interne exploitanten op grond van artikel 5, lid 2, derde alinea, onder b), van die verordening niet deelnemen aan openbare aanbestedingsprocedures buiten het grondgebied van de bevoegde plaatselijke overheid. Om de openstelling van de markt voor openbaarvervoersdiensten te bevorderen, voorziet deze verordening in artikel 5, lid 2, derde alinea, onder c), echter in een uitzondering op dit verbod, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden die ertoe strekken af te zien van het verrichten van een onderhands gegunde dienst. Beslissingen over de toekomstige organisatie van de economische activiteiten van de interne exploitant hebben invloed op de door de inschrijver voorgestelde prijs. Om concurrentieverstoring te vermijden, is het van wezenlijk belang dat de vereisten van laatstgenoemde bepaling worden gecontroleerd in het kader van gunningen via een openbare aanbestedingsprocedure.
EU-Hof Het EU-Hof stelt in antwoord op de vragen dat a rtikel 5, lid 2, derde alinea, onder c), van PSO-verordening (EG) nr. 1370/2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (zoals gewijzigd bij verordening 2016/2338) zo moet worden uitgelegd dat de aanbestedende dienst, wanneer aan een gunning via een openbare aanbestedingsprocedure in de zin van artikel 5, lid 3, van de PSO-verordening nr. 1370/2007, een interne exploitant deelneemt aan wie een bevoegde plaatselijke overheid eerder onderhands een openbaredienstcontract heeft gegund, niet moet nagaan of deze exploitant voldoet aan de vereisten van artikel 5, lid 2, derde alinea, onder c), om te bepalen of die exploitant het recht heeft om aan een dergelijke procedure deel te nemen.
Meer informatie:
ECER-dossier : Aanbestedingen ECER-dossier : Vervoer