EU-Hof: het kan zuiver financiële investeerders worden verboden om deel te nemen in het kapitaal van een advocatenvennootschap
Contentverzamelaar
EU-Hof: het kan zuiver financiële investeerders worden verboden om deel te nemen in het kapitaal van een advocatenvennootschap
Nieuwsbericht | 06-01-2025
Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 19 december 2024 in zaak C-295/23 (Halmer Rechtsanwaltsgesellschaft).
Achtergrond
De Duitse
advocatenvennootschap Halmer Rechtsanwaltsgesellschaft is
bij de tuchtrechter voor advocaten van de deelstaat Beieren
(Duitsland) opgekomen tegen het besluit van de orde van
advocaten van München van 9 november 2021 waarbij zij van
het tableau is geschrapt omdat een Oostenrijkse besloten
vennootschap met zuiver financiële doeleinden aandelen (te
weten: 51 van de 100 aandelen) in haar had verworven.
Volgens de destijds toepasselijke Duitse regeling konden
namelijk alleen advocaten en beoefenaren van bepaalde vrije
beroepen vennoot van een advocatenvennootschap worden. Bij
een op 1 augustus 2022 van kracht geworden wijziging van de
federale wet inzake de advocatuur is die mogelijkheid
uitgebreid tot beoefenaren van andere vrije beroepen.
De tuchtrechter voor advocaten van de deelstaat Beieren stelt het EU-Hof prejudiciële vragen en wil vernemen of die regeling verenigbaar is met het Unierecht.
EU-Hof
Het EU-Hof
antwoordt dat het Unierecht, meer bepaald het vrije verkeer
van kapitaal en de dienstenrichtlijn
(Richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne
markt) , waarin de vrijheid van vestiging is
geconcretiseerd, zich niet verzet tegen een nationale
regeling op grond waarvan aandelen in een
advocatenvennootschap niet mogen worden overgedragen aan een
zuiver financiële investeerder (die niet voornemens is om
binnen die vennootschap een bepaalde beroepsactiviteit uit
te oefenen) en die bepaalt dat die vennootschap, wanneer zij
niet voldoet aan die regeling, van het tableau wordt
geschrapt.
Die beperking van de vrijheid van vestiging en van het vrije verkeer van kapitaal wordt gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang. Een lidstaat mag er namelijk van uitgaan dat advocaten hun beroep niet onafhankelijk en met inachtneming van hun beroeps- en gedragsverplichtingen kunnen uitoefenen wanneer zij werken voor een vennootschap waarvan bepaalde vennoten uitsluitend als zuiver financiële investeerder handelen zonder het beroep van advocaat uit te oefenen dan wel een ander beroep waarvoor vergelijkbare regels gelden. Een dergelijke beperking gaat niet verder dan noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken.
Meer informatie:
Persbericht
Curia
ECER-dossier:
Diensten (vrij verkeer)
ECER-dossier:
Vestiging (vrij verkeer)