EU-Hof: procedurele handelingen van het EOM met rechtsgevolgen moeten door de nationale rechter kunnen worden getoetst

Contentverzamelaar

EU-Hof: procedurele handelingen van het EOM met rechtsgevolgen moeten door de nationale rechter kunnen worden getoetst

De nationale rechter moet een procedurele handeling van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) kunnen toetsen, als die handeling ertoe kan leiden dat de rechtspositie van personen die tegen deze handelingen opkomen wordt gewijzigd. De nationale rechter moet dit nagaan via een concreet en specifiek onderzoek, dat rekening houdt met de nationale procesregels en de specifieke context van het strafrechtelijk onderzoek waar het om gaat. De toetsing van de procedurele handeling hoeft niet verplicht de vorm aan te nemen van een rechtstreeks beroep, mits de rechten en vrijheden van de betrokkene in acht zijn genomen. Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciƫle vragen van de Spaanse rechter.

Het betreft het arrest van het EU-Hof van 8 april 2025 in de zaak C-292/23 (Parquet Europeen).

Meer informatie:
Persbericht Curia
ECER-dossier: Strafrechtelijke samenwerking - EOM