EU-Hof: rechter die in ondemocratisch tijdperk is benoemd kan onafhankelijk en onpartijdig zijn

Contentverzamelaar

EU-Hof: rechter die in ondemocratisch tijdperk is benoemd kan onafhankelijk en onpartijdig zijn

Het EU-recht vereist dat de voorwaarden en de procedurevoorschriften voor de benoeming van rechters van dien aard zijn dat zij bij rechtszoekenden geen aanleiding geven tot gegronde twijfel over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters. Het enkele feit dat een rechter is benoemd in een ondemocratisch tijdperk kan niet tot de conclusie leiden dat sprake kan zijn van een dergelijke gegronde twijfel. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Poolse rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 29 maart 2022 in de zaak C-132/20, Getin Noble Bank .

Achtergrond

Het gaat in deze zaak om een geschil tussen consumenten en de Poolse bank Getin Noble Bank over de gestelde oneerlijkheid van een indexeringsbeding in een kredietovereenkomst. Het geschil is in laatste instantie terechtgekomen bij de hoogste Poolse rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken (hierna: Hooggerechtshof).

Het Hooggerechtshof vraagt zich af of de drie rechters, die het geschil in hoger beroep hebben beoordeeld, voldeden aan de EU-rechtelijke vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid ( artikel 19, lid 1, tweede alinea, EU-Verdrag en artikel 47 EU-Handvest van de grondrechten ). Eén van de rechters (FO) is zijn rechterlijke loopbaan namelijk begonnen onder het communistische regime en heeft na het einde van dat regime niet opnieuw de rechterlijke ambtseed afgelegd. De twee andere rechters (GP en HK) zijn tot rechter in hoger beroep benoemd in een periode waarin, volgens het Poolse Grondwettelijke Hof, de nationale raad voor de rechtspraak, die aan hun benoeming heeft deelgenomen, niet op transparante wijze te werk ging en ongrondwettig was samengesteld.

Het Hooggerechtshof van Polen heeft het EU-Hof een aantal vragen gesteld over de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters. Die rechter wil met name weten of de rechters, in de omstandigheden zoals hierboven beschreven, voldoen aan die vereisten.

EU-Hof

Het EU-Hof brengt ten eerste in herinnering dat de (materiële) voorwaarden en de procedurevoorschriften voor de vaststelling van de benoemingsbesluiten van rechters van dien aard moeten zijn dat zij bij rechtszoekenden geen aanleiding geven tot gegronde twijfel over de ongevoeligheid van de betrokken rechters voor externe factoren (onafhankelijkheid) en aan hun neutraliteit ten opzichte van de tegenstrijdige belangen wanneer zij eenmaal zijn benoemd (onpartijdigheid). Het is daarbij met name van belang dat rechters worden beschermd tegen inmenging of druk van buitenaf die hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid in gevaar zou kunnen brengen.

Rechter die is benoemd tijdens communistisch regime

De benoeming van rechter FO heeft ten tijde van het communistische regime plaatsgevonden op basis van niet-transparante criteria, zonder de betrokkenheid van een justitieel zelfregulerend orgaan of een na democratische verkiezingen tot stand gekomen overheidsinstantie en zonder dat de ambtstermijn van FO was gewaarborgd. Daarnaast heeft FO na het einde van het communistische regime geen (nieuwe) rechterlijke ambtseed afgelegd en kon hij bij hogere rechtscolleges worden benoemd op basis van zijn anciënniteit als rechter tijdens een periode van communistisch bewind.

Volgens het EU-Hof kunnen de in de vorige alinea beschreven omstandigheden bij de rechtszoekenden geen aanleiding geven tot gegronde twijfel over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechter FO. Het EU-Hof oordeelt onder meer dat het feit dat Poolse rechters waren benoemd in een tijdperk waarin Polen nog geen democratisch regime kende, geen problemen hebben opgeleverd bij de toetreding van Polen tot de Europese Unie.

Rechters die zijn benoemd op voorstel van een orgaan dat ongrondwettelijk was samengesteld

Het Poolse Grondwettelijk Hof heeft in 2017 geoordeeld dat de nationale raad voor de rechtspraak, die betrokken was bij de benoeming van rechters GP en HK, tussen 2000 en 2018 niet op transparante wijze heeft gefunctioneerd en dat de samenstelling van haar formaties in strijd was met de Poolse Grondwet. GP en HK zijn in die periode benoemd tot rechter.

Het EU-Hof oordeelt dat het Poolse Grondwettelijk Hof zich in zijn arrest uit 2017 niet heeft uitgesproken over de onafhankelijkheid van de nationale raad voor de rechtspraak. In die omstandigheden kan de ongrondwettigverklaring van de wettelijke bepalingen waarop de nationale raad destijds was samengesteld, de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van die raad niet in twijfel trekken. Om die reden kan ook de onafhankelijkheid van de rechters, die op voorstel van de nationale raad zijn benoemd, niet in twijfel worden getrokken.

Meer informatie: