EU-Hof uitspraken vaak in lijn met Nederlandse inbreng

Contentverzamelaar

EU-Hof uitspraken vaak in lijn met Nederlandse inbreng

In 2017 hebben het EU-Hof en het Gerecht 62 zaken afgedaan waaraan de Nederlandse regering een bijdrage heeft geleverd. Het gaat om 50 prejudiciële uitspraken, een Advies verzoek en 11 rechtstreekse zaken. Het oordeel van deze hoven in die zaken komt in ruime meerderheid overeen met het door de Nederlandse regering ingebrachte standpunt. Dit blijkt uit de twaalfde rapportage van de procesgemachtigden van de Nederlandse regering bij het EU-Hof.

Van de prejudiciële zaken die in "Jaarbericht 2017 procesvertegenwoordiging Hof van Justitie van de EU" (zie gerelateerde documenten) worden besproken zijn er 23 gewezen naar aanleiding van verwijzingen door Nederlandse rechters en 27 door rechters uit andere lidstaten. Het EU-Hof heeft één advieszaak afgedaan waarin de Nederlandse regering opmerkingen heeft ingediend. Daarnaast was de Nederlandse regering betrokken bij 11 rechtstreekse zaken. In twee van die zaken ging het om een geschil tussen de Commissie en Nederland. In negen zaken heeft Nederland geïntervenieerd aan de zijde van één van de hoofdpartijen bij het geschil.

De Europese hoven hebben ook in 2017 en balngrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het Unierecht. Deze rechtspraak betreft een breed scala aan zaken en onderwerpen. Met betrekking tot de zaken waaraan Nederland heeft deelgenomen, heeft het EU-Hof bijvoorbeeld op het gebied van migratie in X en X geoordeeld dat de aanvraag van een zogenaamd humanitair visum met het doel om bij aankomst in de lidstaat asiel aan te vragen, buiten de reikwijdte van de Visumcode valt. In Sleutjes heeft het Hof bevestigd dat essentiële processtukken in een strafprocedure die aan een persoon in een andere lidstaat worden betekend, vertaald moeten zijn in een taal die de betrokkene machtig is. En in Associacion Professional Elite Taxi heeft het EU-Hof bepaald dat de diensten van het bedrijf Uber moeten worden aangemerkt als vervoersdiensten.

Op het gebied van de externe betrekkingen van de Unie heeft het EU-Hof in Advies 2/15 bepaald dat het overgrote deel van het voorgenomen handelsakkoord tussen de EU en Singapore onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt, behalve de bepalingen over indirecte investeringen tussen de Unie en Singapore en de geschillenbeslechting tussen investeerders en staten. Ook heeft het EU-Hof bepaald dat de wijziging van de Overeenkomst van Lissabon over oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen tot het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek behoort en de Unie exclusief bevoegd is tot onderhandeling en sluiting van de overeenkomst in Commissie tegen Raad.

De rechtspraak van het EU-Hof draagt bij aan de rechtsontwikkeling binnen de Europese Unie en kan van invloed zijn op het Nederlandse recht en beleid. Zo leidt deze rechtspraak soms tot aanpassing van Nederlands recht of de uitvoeringspraktijk van de Nederlandse overheid. Door actief haar visie naar voren te brengen in zaken bij de Europese Hoven kiest de Nederlandse regering ervoor invloed uit te oefenen op deze rechtsontwikkeling. Alle zaken worden om die reden door de Nederlandse regering beoordeeld op een mogelijk Nederlands belang bij deelname aan de procedure.

In 2017 zijn er 727 nieuwe zaken aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie en 895 bij het Gerecht. In 2017 hebben Nederlandse rechters 38 maal vragen aan het Hof gesteld. Het Hof heeft in 2017 699 zaken afgedaan, waarvan 447 prejudiciële zaken. Bij het Gerecht waren dit er 917.