EU-Hof verduidelijkt toepassing AVG-regels bij online veiling van persoonsgegevens voor reclamedoeleinden
Nieuwsbericht | 13-03-2024
Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 7 maart 2024 in zaak C-604/2 2 (IAB Europe).
Achtergrond IAB Europe is een in België gevestigde vereniging zonder winstoogmerk die de ondernemingen van de sector van digitale reclame en marketing vertegenwoordigt op Europees niveau. Zij heeft een oplossing uitgewerkt waarvan zij stelt dat deze dat veilingsysteem in overeenstemming kan brengen met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG; verordening 2016/679). De voorkeuren van de gebruikers worden gecodeerd en opgeslagen in een letter- en tekenreeks, „Transparency and Consent String” (TC-string) genaamd, die wordt gedeeld met makelaars in persoonsgegevens en reclameplatforms, opdat deze weten waarvoor de gebruiker toestemming heeft verleend of waartegen hij bezwaar heeft gemaakt. Er wordt ook een cookie op het toestel van de gebruiker geplaatst. In combinatie met elkaar kunnen de TC-string en de cookie worden gekoppeld aan het IP-adres van de gebruiker.
In 2022 heeft de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit geoordeeld dat de TC-string een persoonsgegeven in de zin van de AVG vormt en dat IAB Europe als verwerkingsverantwoordelijke heeft gehandeld zonder de voorschriften van de AVG ten volle na te leven. De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft IAB meerdere corrigerende maatregelen en een administratieve geldboete opgelegd. IAB Europe vecht deze beslissing aan en heeft hoger beroep ingesteld bij het hof van beroep Brussel (België), dat prejudiciële vragen heeft voorgelegd aan het EU-Hof.
EU-Hof Het EU-Hof bevestigt in het arrest dat de TC-string informatie over een identificeerbare gebruiker bevat en dus een persoonsgegeven in de zin van de AVG vormt. De koppeling van de in een TC-string vervatte informatie aan een identificator – zoals met name het IP-adres van het toestel van de gebruiker – kan het volgens het EU-Hof namelijk mogelijk maken om een profiel van deze gebruiker op te stellen en hem te identificeren.
Daarnaast moet IAB Europe volgens het arrest worden beschouwd als een „gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van de AVG. Onder voorbehoud van de verificaties die de verwijzende rechter dient te verrichten, lijkt zij volgens het EU-Hof bij de registratie van de toestemmingsvoorkeuren van de gebruikers in een TC-string immers invloed uit te oefenen op de gegevensverwerkingen, en samen met haar leden zowel het doel van als de middelen voor die verwerkingen vast te stellen. IAB Europe kan echter, onverminderd een eventuele civielrechtelijke aansprakelijkheid waarin het nationale recht voorziet, niet worden geacht in de zin van de AVG verantwoordelijk te zijn voor gegevensverwerkingen die plaatsvinden na de registratie van de toestemmingsvoorkeuren van de gebruikers in een TC-string, tenzij kan worden aangetoond dat zij invloed heeft uitgeoefend op de vaststelling van het doel van die latere verwerkingen en van de wijze waarop deze worden verricht.
Meer informatie: Persbericht Curia ECER-dossier: Privacy - AVG