EU zet flinke stap in digitalisering van nationale rechtsstelsels

Contentverzamelaar

EU zet flinke stap in digitalisering van nationale rechtsstelsels

Een verordening over de digitalisering van grensoverschrijdende justitiële samenwerking en toegang tot de rechter en een bijbehorende richtlijn moeten voor vlottere elektronische communicatie bij grensoverschrijdende justitiële samenwerking in burgerlijke, handels- en strafzaken zorgen. De verordening en richtlijn zijn op 27 december 2023 in het EU-Publicatieblad verschenen.

Achtergrond

Efficiënte grensoverschrijdende justitiële samenwerking vereist veilige, betrouwbare en tijdige communicatie tussen rechtbanken en bevoegde autoriteiten. Bovendien mag deze samenwerking geen buitensporige administratieve lasten opleveren en moet zij bestand zijn tegen overmacht. Op EU-niveau bestaat er een uitgebreide reeks instrumenten om de justitiële samenwerking in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken te verbeteren. Veel van deze instrumenten hebben betrekking op de communicatie tussen autoriteiten, waaronder in bepaalde gevallen met de EU-agentschappen en -organen voor justitie en binnenlandse zaken (JBZ).

De meeste instrumenten voorzien evenwel niet in de mogelijkheid om die communicatie digitaal te laten plaatsvinden. Zelfs wanneer die mogelijkheid wel wordt geboden, bestaan er andere hiaten, zoals een gebrek aan veilige en betrouwbare digitale communicatiekanalen of de niet erkenning van elektronische documenten, handtekeningen en zegels. Daarnaast heeft de COVID-19-pandemie laten zien dat overmacht ernstig afbreuk kan doen aan de normale werking van de rechtsstelsels van de EU-lidstaten. Tijdens de crisis konden veel nationale rechtbanken hun reguliere werkzaamheden niet voortzetten als gevolg van de verspreiding van het virus.

Tegen deze achtergrond presenteerde de Europese Commissie op 1 december 2021 een voorstel voor een ‘digitaliseringsverordening’ en een voorstel voor een bijbehorende ‘digitaliseringsrichtlijn’. De voorstellen bevatten geharmoniseerde regels inzake digitalisering. De regels zijn gericht op het verbeteren van de toegang tot de rechter en van de efficiëntie en veerkracht van de communicatiestromen die inherent zijn aan de samenwerking tussen rechterlijke en andere bevoegde autoriteiten in grensoverschrijdende zaken in de EU.

Na onderhandelingen over de voorstellen zijn ‘de digitaliseringsverordening’ en ‘de digitaliseringsrichtlijn’ aangenomen en op 27 december 2023 in het EU-Publicatieblad verschenen.

De nieuwe regels

Burgers en hun wettelijke vertegenwoordigers kunnen bij grensoverschrijdende procedures in de EU met de autoriteiten communiceren via een Europees elektronisch toegangspunt, bijvoorbeeld om vorderingen in te stellen en de nodige informatie te versturen en te ontvangen. De autoriteiten zullen ook onderling kunnen communiceren en gegevens over zaken kunnen uitwisselen via veilige, betrouwbare digitale kanalen. Met de nieuwe regels kunnen:

  • partijen en andere betrokkenen via videoconferentie of andere technologieën voor communicatie op afstand deelnemen aan hoorzittingen in burgerlijke, handels- en strafzaken;
  • natuurlijke of rechtspersonen, of hun vertegenwoordigers, communiceren met de bevoegde autoriteiten;
  • documenten met een elektronische handtekening of zegel worden erkend;
  • vergoedingen via elektronische weg worden betaald.

Meer informatie:

  • ECER-dossier – Burgerlijk recht – Toegang tot de rechter
  • ECER-dossier – Burgerlijk recht – EU-rechterlijk burgerlijk procesrecht
  • ECER-dossier – Strafrechtelijke samenwerking – Samenwerking tussen nationale autoriteiten
  • Persbericht van de Raad