Europakket niet in strijd met Duitse grondwet
Nieuwsbericht | 08-09-2011
Het Bundesverfassungsgericht (BVerfG) oordeelt dat niet is aangetoond dat sprake is van een ontoelaatbare wijziging van het primaire EU-recht buiten de verdragen om en stelt vast dat de omvang van de steun niet zodanig is dat de begroting van Duitsland helemaal leegloopt. De beoordeling van de wetgever dat 170 mld euro draagbaar is voor de Duitse economie, overschrijdt niet zijn discretionaire bevoegdheid. Hetzelfde geldt voor de vaststelling dat zelfs bij volledige uitbetaling van de garanties de lasten kunnen worden opgevangen door belastingverhogingen, bezuinigingen en leningen.
Ook is geen sprake van een onomkeerbaar automatisme, waarop de Duitse regering geen vat meer zou hebben:
De klachten die betrekking hebben op de potentiële uitholling van het kiesrecht van Duitse burgers door het vastleggen van langdurige verplichtingen voor de huidige en de toekomstige Bondsdag(en) zijn niet ontvankelijk. Ook de klachten met betrekking tot het recht op eigendom en het mogelijke koopkrachtverlies van de euro worden niet-ontvankelijk verklaard omdat het verband met de aangevochten wetten onvoldoende is aangetoond.
Het BVerfG concludeert dat de Duitse wetten inzake EFSF en ESM niet in strijd zijn met de Grondwet. Wel wijst het BVerfG erop dat het niet volstaat dat de Bondsregering “een inspanning moet doen om de instemming van de begrotingscommissie uit de Bundestag te zoeken”, zoals nu in die wetten staat. Het BVerfG legt de beide wetten “grondwetconform” uit en leest de betreffende bepalingen zo dat die begrotingscommissie voorafgaande instemming moet hebben gegeven voordat de Bondsregering zijn instemming mag verlenen.