Europese Commissie presenteert voorstel voor een snellere en veiligere bronbelastingvermindering

Contentverzamelaar

Europese Commissie presenteert voorstel voor een snellere en veiligere bronbelastingvermindering

De voorgestelde richtlijn bestaat uit twee bouwstenen. In de eerste plaats voorziet de voorgestelde richtlijn in de invoering van een gemeenschappelijke Europese digitale woonplaatsverklaring. In de tweede plaats heeft de voorgestelde richtlijn betrekking op de bronbelasting-verminderingsprocedures.

Achtergrond

In de Europese Unie moeten beleggers (soms) in een grensoverschrijdende context twee keer belasting betalen over de inkomsten die ze ontvangen uit het aanhouden van effecten (dividenden op aandelen en rente op obligaties):

  • Ten eerste kunnen belastingen worden geheven in het land van de emittent van de effecten (het bronland) in de vorm van een belasting die wordt ingehouden op de bruto-inkomsten uit effecten (bronbelasting (WHT));
  • Ten tweede kunnen er belastingen worden geheven in het land waar de belegger woont (het woonland) in de vorm van inkomstenbelasting.

Om deze dubbele belastingheffing te vermijden, zijn veel landen overeengekomen om de heffingsbevoegdheid tussen het bronland en het woonland te verdelen door dubbelbelastingverdragen (DTT's) te ondertekenen. Onder de voorwaarden van deze verdragen kunnen niet-ingezeten beleggers recht hebben op een lager tarief van de bronbelasting (WHT) of op een vrijstelling in het bronland. Naast belastingverdragen hebben sommige bronlanden regels ingevoerd die voorzien in lagere tarieven of vrijstellingen voor specifieke niet-ingezeten belastingplichtigen met specifieke beleidsdoelstellingen voor ogen.

Deze verlaging of vrijstelling van de bronbelasting (WHT) kan op twee manieren worden verleend. Ten eerste wordt het verlaagde belastingtarief of de vrijstelling direct toegepast op het moment dat het dividend/de rente wordt uitgekeerd (vermindering aan de bron). Ten tweede wordt het teveel ingehouden belastingbedrag terugbetaald op basis van een verzoek door de investeerder (teruggaafprocedure).

De WHT-procedures die niet-ingezeten beleggers in staat stellen om te profiteren van belastingverdragen of binnenlandse voordelen, zijn volgens de Commissie echter vaak omslachtig, duur en langdurig. De procedures verschillen aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat, zowel wat betreft de documentatie die belastingplichtigen moeten indienen om de vermindering van de WHT te verkrijgen, als wat betreft hun mate van digitalisering. WHT-procedures zijn ook nog steeds gevoelig voor het risico van belastingfraude en -misbruik, wat leidt tot inkomstenverlies voor de lidstaten.

Om die redenen heeft de Europese Commissie in 2020 in het actieplan voor een eerlijke en eenvoudige belastingheffing en in het actieplan voor een kapitaalmarktenunie een (wetgevings)initiatief op het gebied van WHT-procedures aangekondigd. Op 19 juni 2023 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn gepresenteerd, waarmee tegemoet wordt gekomen aan haar toezeggingen in de twee actieplannen.

Elementen van het voorstel

De belangrijkste elementen van het voorstel zijn:

  • een gemeenschappelijke Europese digitale fiscale woonplaatsverklaring zal de procedures voor bronbelastingvermindering sneller en efficiënter maken. Zo hebben beleggers met een gediversifieerde portefeuille in de EU slechts één digitale fiscale woonplaatsverklaring nodig om in hetzelfde kalenderjaar meerdere terugbetalingen terug te vorderen. De digitale fiscale woonplaatsverklaring moet binnen één werkdag na indiening van een verzoek worden afgegeven. Momenteel maken de meeste lidstaten nog steeds gebruik van papieren procedures;
  • twee versnelde procedures in aanvulling op de bestaande standaard teruggaafprocedure: een procedure voor vermindering aan de bron en een systeem van snelle teruggaaf, waardoor het proces van vermindering in de hele EU sneller en meer geharmoniseerd zal worden. De lidstaten kunnen kiezen welke procedure ze willen gebruiken, en ze kunnen ook de twee procedures combineren;
  • Bij de procedure voor vermindering aan de bron is het bij de uitkering van dividenden of rente toegepaste belastingtarief rechtstreeks gebaseerd op de toepasselijke regels van de bepalingen van het dubbelbelastingverdrag;
  • Bij de snelle teruggaafprocedure wordt bij de eerste betaling rekening gehouden met het tarief van de bronbelasting van de lidstaat waar de dividenden of rente worden uitgekeerd, maar wordt de teruggaaf van te veel betaalde belastingen binnen vijftig dagen na de datum van betaling toegekend;
  • Met een gestandaardiseerde rapportageverplichting zullen de nationale belastingdiensten over de nodige instrumenten beschikken om na te gaan of iemand in aanmerking komt voor het verlaagde tarief en om mogelijk misbruik op te sporen. Gecertificeerde financiële intermediairs zullen de betaling van dividenden of rente aan de bevoegde belastingdienst moeten melden, zodat deze de transactie kan traceren. Met name grote financiële intermediairs in de EU zullen verplicht worden om zich aan te sluiten bij een nationaal register van gecertificeerde financiële intermediairs. Dit register zal ook op vrijwillige basis openstaan voor financiële intermediairs van buiten de EU en voor kleinere financiële intermediairs in de EU. Belastingplichtigen die via gecertificeerde financiële intermediairs in de EU investeren, zullen profiteren van versnelde bronbelastingprocedures en dubbele belastingheffing op dividenduitkeringen voorkomen. Hoe meer financiële intermediairs zich registreren, hoe gemakkelijker het voor de belastingautoriteiten zal zijn om teruggaafverzoeken te verwerken, ongeacht de gebruikte procedure.

Meer informatie: