Europese Commissie publiceert herziene interpretatieve richtsnoeren bij de PSO-verordening
Nieuwsbericht | 03-07-2023
In verordening 1370/2007 (hierna: de PSO-verordening) zijn de voorwaarden vastgesteld waaronder het openbaar vervoer per spoor en andere vormen van railvervoer en vervoer over de weg kunnen worden georganiseerd en gefinancierd. De PSO-verordening is met name van toepassing op vervoer per bus, tram, metro en spoor, maar kan ook van toepassing zijn op vervoer over binnenwateren en nationale zeewateren indien de lidstaten daartoe besluiten.
De voorwaarden hebben onder meer betrekking op de definitie van openbaredienstverplichtingen, de reikwijdte van openbaredienstcontracten, de voorwaarden voor de gunning van die contracten en de vaststelling van de compensatie die aan exploitanten van openbaar vervoer wordt betaald. Indien aan de bepalingen van de PSO-verordening wordt voldaan, wordt de compensatie geacht verenigbaar te zijn met de interne markt en vrijgesteld te zijn van de verplichting tot voorafgaande aanmelding bij de Commissie uit hoofde van artikel 108, lid 3, van het EU-Werkingsverdrag.
In 2014 heeft de Commissie interpretatieve richtsnoeren bij de PSO-verordening vastgesteld. De richtsnoeren hebben tot doel de belanghebbenden mee te delen hoe zij een aantal bepalingen van de PSO-verordening uitlegt. Inmiddels heeft het wetgevingskader zich verder ontwikkeld: in 2016 is de PSO-verordening ingrijpend gewijzigd (verordening 2016/2338). Daarnaast heeft het EU-Hof ook enkele bepalingen van de PSO-verordening en op de diensten van algemeen economisch belang (DAEB) toepasselijke regels uitgelegd.
De Commissie was van mening dat de interpretatieve richtsnoeren van 2014 - in het licht van bovenstaande ontwikkelingen – moesten worden herzien. Op 26 juni 2023 zijn de herziene interpretatieve richtsnoeren gepubliceerd in het EU-Publicatieblad.
Meer informatie: