Europese Commissie stelt nieuwe regels vast voor staatssteun aan landbouw, bosbouw, visserij en aquacultuur
Nieuwsbericht | 21-12-2022
Het gaat om de op 14 december 2022 door de Europese Commissie goedgekeurde herziene staatssteunregels voor de landbouw-, de bosbouw- (C (2022) 9131, zie ook de speciale websitepagina van DG Concurrentie van de Commissie met meer achtergrondinformatie) en de visserij- en aquacultuursector (C (2022) 9139, zie website Commissie). De herziene staatssteunregels zijn afgestemd op de strategische prioriteiten van de EU, met name het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) en de Europese Green Deal. De herziening kwam tot stand na uitgebreide consultatie en evaluatie van belanghebbenden. De bijdragen van belanghebbenden die in het kader van de evaluatie en de effectbeoordeling van de betreffende voorstellen in het nieuwe pakket werden ingediend zijn ook terug te vinden op voornoemde webpagina’s van DG Concurrentie. Ook zijn daar de samenvattingen van de verschillende raadplegingsactiviteiten en het werkdocument van de diensten van de Commissie over de evaluatie te vinden.
Tegelijk met de goedkeuring van het pakket besloot de Commissie om de geldigheidsduur van de zogeheten “de-minimisverordening” voor de visserij met een jaar te verlengen. De nieuwe staatssteunregels voor land- en bosbouw, visserij en aquacultuur De nieuwe staatssteunregels die deel uitmaken van het goedgekeurde pakket betreffen:
De herziene GVVL en GVVV, en de landbouwrichtsnoeren, zijn vanaf 1 januari 2023 van toepassing. De visserijrichtsnoeren worden vermoedelijk in het eerste kwartaal van 2023 van toepassing zodra alle taalversies beschikbaar zijn. Tot dat moment blijven de huidige visserijrichtsnoeren van 2015 (gewijzigd in 2018) van toepassing.
Daarnaast besloot de Commissie om de de-minimisverordening voor de visserij (Verordening (EU) nr. 717/2014), die momenteel van kracht is tot en met 31 december 2022, te verlengen tot en met 31 december 2023. Dit geeft de Commissie de gelegenheid om de toetsing van deze verordening verder te voltooien, onder meer rekening houdend met ontvangen opmerkingen van belanghebbenden en lidstaten tijdens de raadpleging. Ook reflecteert de Commissie op de vraag of de verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten beter onder de algemene de-minimisverordening ((EU) nr. 1407/2013) zou kunnen vallen dan onder de de-minimisverordening voor de visserij, zoals nu het geval is. De algemene de-minimisverordening voorziet in hogere de-minimis-plafonds dan die voor de visserij. De verwerking en afzet van landbouwproducten valt momenteel al onder de algemene de-minimisverordening. De-minimisverordeningen stellen kleine steunbedragen vrij van het toezicht op staatssteun, aangezien zulke bedragen worden geacht geen gevolgen voor de mededinging en het handelsverkeer op de EU-interne markt te hebben. Daarom kan de-minimissteun worden verleend zonder voorafgaande aanmelding en goedkeuring door de Commissie. In de loop van 2023 zal een laatste wijziging van de de-minimisverordening voor de visserij worden aangenomen.
De herziene regels De belangrijkste wijzigingen in de GVVL en de GVVV betreffen een aanzienlijke uitbreiding van het toepassingsgebied van maatregelen waarvoor een groepsvrijstelling geldt. Het gaat om:
De Commissie verwacht dat volgens de nieuwe regels een groepsvrijstelling zal gelden voor tot 50 procent van de gevallen die voorheen moesten worden aangemeld.
De herziene landbouwrichtsnoeren houden de volgende wijzigingen in:
De herziene visserijrichtsnoeren betreffen de volgende wijzigingen:
Meer informatie: Persbericht Europese Commissie ECER-dossier: Staatssteun ECER-dossier: Klimaat en milieu ECER-dossier: Landbouw ECER-dossier: Visserij