Europese Raad: Akkoord over verdragswijziging stabiliteitsmechanisme

Contentverzamelaar

Europese Raad: Akkoord over verdragswijziging stabiliteitsmechanisme

De Europese Raad heeft een akkoord bereikt over een nieuwe bepaling in het EU-Werkingsverdrag. Het doel van de nieuwe bepaling is het creëren van een juridische basis voor een permanent mechanisme ter bescherming van de stabiliteit van de euro. De verdragswijziging moet op 1 januari 2013 in werking treden.

De verdragswijziging vindt plaats volgens een vereenvoudigde wijzigingsprocedure, die mogelijk is gemaakt door het Verdrag van Lissabon. Volgens die vereenvoudigde herzieningsprocedure van artikel 48, lid 6 EU-Verdrag besluit de Europese Raad over de verdragswijziging na raadpleging van het Europees Parlement, de Commissie en de Europese Centrale Bank (omdat het een monetaire kwestie betreft). De wijziging mag geen uitbreiding van de door de verdragen aan de Unie toegedeelde bevoegdheden inhouden. De wijziging moet door alle lidstaten worden goedgekeurd overeenkomstig hun grondwettelijke bepalingen. Of hiervoor in bepaalde lidstaten een referendum moet worden gehouden, is nog niet duidelijk.

De tekst van het nieuwe derde lid van artikel 136 EU-Werkingsverdrag die door de Europese Raad op voordracht van België is overeengekomen luidt als volgt:

"3. De lidstaten die de euro als munt hebben, stellen een stabiliteitsmechanisme in dat moet worden geactiveerd indien dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen. De verlening van financiële steun, indien vereist, uit hoofde van het mechanisme zal aan stringente voorwaarden gebonden zijn.".

Uit deze tekst kan worden afgeleid dat de instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) niet wordt opgedragen aan de Raad van de Europese Unie. Het zal een afspraak zijn tussen lidstaten. Daarmee wordt voldaan aan de eis van artikel 48, lid 6 EU-Verdrag dat een vereenvoudigde verdragwijzigingsprocedure niet mag leiden tot een uitbreiding van de bevoegdheden van de Unie. Uit de op het laatste moment ingevoegde woorden "indien dat onontbeerlijk is" moet worden afgeleid dat het mechanisme alleen in allerlaatste instantie kan worden toegepast, dat wil zeggen als andere maatregelen geen soelaas meer bieden. De verdere voorwaarden van het nieuwe mechanisme moeten nog worden uitgewerkt. Daaruit zal moeten blijken wat de aard van het mechanisme en de daarop gebaseerde besluiten zal zijn, op welke manier ook andere landen kunnen deelnemen dan alleen eurolanden, welke voorwaarden aan het steunontvangende land kunnen worden gesteld en hoe de naleving en het toezicht daarop zal worden vormgegeven.

De reddingsacties voor Griekenland en Ierland werden gebaseerd op artikel 122, lid 2 van het EU-Werkingsverdrag. Na inwerkingtreding van de nieuwe verdragsbepaling zal het niet langer nodig zijn artikel 122 te gebruiken, zo vindt de Europese Raad. De regeringleiders spraken daarom uitdrukkelijk af dat artikel 122, lid 2 niet meer voor het bewaken van de stabiliteit van de eurozone als geheel zal worden gebruikt.

De Europese Raad heeft meteen de procedure van artikel 48 EU-Verdrag in gang gezet en gaat nu de betrokken EU-instellingen raadplegen. Dit moet ertoe leiden dat het besluit in maart 2011 formeel wordt vastgesteld en dat vervolgens de nationale goedkeuringsprocedures kunnen worden gevolgd. Dat moet worden afgerond voor eind 2012 zodat het mechanisme per 1 januari 2013 in werking kan treden.

De Europese Raad heeft voorts de ministers van Financiën van de eurozone en de Commissie gevraagd om de inhoudelijke uitwerking van het mechanisme uiterlijk in maart 2011 af te ronden. Daarbij moeten de algemene kenmerken die in de door de Europese Raad goedgekeurde verklaring van de Eurogroep van 28 november 2010 zijn genoemd, worden meegenomen.

Het mechanisme zal in onderlinge overeenstemming tussen de lidstaten van de eurozone geactiveerd worden wanneer de stabiliteit van de eurozone in haar geheel in gevaar is. De lidstaten die de euro niet als munt hebben, kunnen op verzoek bij deze werkzaamheden worden betrokken. Zij kunnen op ad-hoc basis besluiten om deel te nemen aan operaties in het kader van het mechanisme.