Europese Raad: Brexit-onderhandelingen kunnen worden voortgezet

Contentverzamelaar

Europese Raad: Brexit-onderhandelingen kunnen worden voortgezet

De Europese Raad heeft vastgesteld dat voldoende voortgang is geboekt in de eerste ronde van de onderhandelingen tussen de EU27 en het Verenigd Koninkrijk op het vlak van burgerschapsrechten, de grens met Ierland en de financiële verplichtingen van het VK. De Raad zal deze maand een besluit nemen over aanvullende richtsnoeren voor de onderhandelingen over een overgangsperiode. Richtsnoeren voor de onderhandelingen over de toekomstige relatie EU-VK zullen pas eind maart worden vastgesteld.

De Europese Raad (zonder het VK) heeft op 15 december 2017 globale richtsnoeren vastgesteld voor de vervolgstappen, de transitiefase en de nieuwe relatie. Hierin wordt benadrukt dat de onderhandelingen in de tweede fase slechts kunnen worden voortgezet zolang alle afspraken uit de eerste fase volledig worden geëerbiedigd en snel worden omgezet in juridisch bindende teksten. De Europese Raad heeft nota genomen van het Britse voorstel voor een overgangsperiode van ongeveer twee jaar, maar benadrukt dat deze in het belang moet zijn van de Unie, nauwkeurig moet worden gedefinieerd en slechts voor een beperkte tijd kan gelden. Dit zal worden opgenomen in het Terugtredingsakkoord. Er zal met het VK over het kader van de toekomstige relatie worden gesproken, maar een akkoord tussen de EU en het VK kan pas worden gesloten nadat het VK de Unie heeft verlaten. Aanvullende richtsnoeren hiervoor zullen in maart 2018 worden vastgesteld.

Op 20 december 2017 heeft de Commissie vervolgens ontwerp-onderhandelingsrichtsnoeren gepubliceerd, die de onderhandelingsrichtsnoeren van mei 2017 aanvullen voor wat betreft een eventuele transitieperiode. In de richtsnoeren staat dat 'cherry picking' niet mogelijk is in de transitie: Het VK blijft volledig deel uitmaken van de douane-unie en de interne markt. Alle EU-regels (het ' acquis') moeten volledig van toepassing blijven op en in het VK alsof het een lidstaat is en wijzigingen in het acquis tijdens die periode moeten automatisch van toepassing zijn op het VK. Alle bestaande wettelijke, budgettaire, toezichthoudende, rechterlijke en handhavingsinstrumenten en -structuren van de Unie zijn van toepassing, inclusief de bevoegdheid van het EU-Hof. Vooropgesteld wordt dat het Verenigd Koninkrijk vanaf 30 maart 2019 een derde land zal zijn. Als gevolg hiervan zal het niet langer vertegenwoordigd zijn in de instellingen, agentschappen en organen van de Unie. De overgangsperiode moet duidelijk worden gedefinieerd en nauwkeurig worden beperkt in de tijd. De Commissie beveelt aan om die overgangsperiode uiterlijk tot en met 31 december 2020 te laten duren.

De ontwerp-richtsnoeren herhalen dat de resultaten van de eerste fase van de onderhandelingen, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie en het gezamenlijk verslag, in juridische termen moeten worden vertaald. Zij benadrukken  dat nog aan alle terugtredingskwesties uit de eerste fase moet worden gewerkt, zoals het beheer ( ‘governance’) van de uittredingsovereenkomst en de belangrijke kwesties zoals goederen die vóór de terugtrekking van het VK op de markt zijn gebracht.

De Raad Algemene Zaken (zonder het VK) zal deze maand een besluit nemen over de aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren.

Meer info: