Europese Rekenkamer brengt verslag uit over verbetering van het EU ambtenarenapparaat

Dat blijkt uit een verslag dat de Europese Rekenkamer (ERK) op 7 november 2024 heeft gepubliceerd. Het gaat om Speciaal verslag 24/2024 : Het ambtenarenapparaat van de EU – Een flexibel arbeidskader dat wordt onderbenut voor verbetering van personeelsbeheer .

Voor het personeel van de EU-instellingen gelden gemeenschappelijke regels, beter bekend als het statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden . De controle van de ERK had betrekking op drie EU-instellingen: het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie. De 12 500 personeelsleden van de gedecentraliseerde agentschappen van de EU, die hun eigen specifieke personeelsbeleid en governanceregelingen hebben, vielen buiten de controle.

Er werken meer dan 50 000 mensen bij de EU, met verschillende soorten contracten: vaste ambtenaren, tijdelijk personeel en arbeidscontractanten. De Europese Commissie is met ongeveer 30 000 personeelsleden de grootste EU-werkgever, gevolgd door het Europees Parlement met circa 7 000 en de Raad van de Europese Unie met 3 000 werknemers.

Het aantal taken van de EU-instellingen is in de loop der jaren toegenomen, maar het aantal posten niet. De instellingen hebben volgens het verslag gereageerd op nieuwe prioriteiten door personeelsleden over te plaatsen naar waar zij het hardst nodig waren en door de kanalen voor aanwerving uit te breiden. Daardoor zijn ze afhankelijker geworden van personeel met een tijdelijk contract. Artificiële intelligentie zou dit probleem in de toekomst enigszins kunnen verhelpen. Het beheren van een toegenomen werklast met beperkte middelen is echter een systematisch probleem, waaraan de instellingen volgens de auditors van de ERK meer moeten doen.

De instellingen van de EU bieden arbeidsvoorwaarden die voldoen aan de verwachtingen van expats vandaag de dag. Hoewel de koopkracht van EU-personeel sterker is afgenomen dan die van nationale ambtenaren, blijven de salarissen op hetzelfde niveau als die van andere internationale organisaties. De instellingen vinden het echter nog steeds moeilijk om kandidaten uit alle lidstaten te werven zodat het personeelsbestand geografisch in evenwicht is. Ook is het aannemen en behouden van essentieel personeel zoals IT-experts lastig. Het is de instellingen niet gelukt om ter compensatie van het vergrijzende personeelsbestand jongere werknemers aan te trekken. De verschillende instellingen trekken niet samen op om te onderzoeken waarom de banen die ze aanbieden niet altijd aantrekkelijk zijn. Hun acties zijn hierdoor minder doeltreffend.

De auditors ontdekten tekortkomingen in het prestatiebeheer van het personeel. Het beoordelingskader is vooral gericht op het aanpakken van de ernstigste gevallen van “onvoldoende geschiktheid voor het ambt”, maar deze procedure is omslachtig en wordt bijna nooit toegepast. Er zijn weinig formele procedures om slechte werkprestaties aan te pakken en te corrigeren voordat ze leiden tot professionele ongeschiktheid. Tegelijkertijd beperkt de regelgeving de mogelijkheden van de instellingen om goede prestaties te belonen met snellere promoties, terwijl niet-financiële beloningen niet goed ontwikkeld zijn. De auditors zagen ook dat interne vergelijkende onderzoeken niet ten volle worden benut om voldoende carrièrekansen te bieden aan personeel, met name aan secretariaats-, kantoormedewerkers en assistenten.

Meer informatie:

Nieuwsbericht Europese Rekenkamer
ECER-EU-essentieel : Instellingen en overige organen