Europese Rekenkamer publiceert rapport over zeeverontreiniging
Nieuwsbericht | 10-03-2025
Het gaat om het op 4 maart 2025 door de Europese Rekenkamer (ERK) gepubliceerde Speciaal verslag 06/2025 : EU‑maatregelen ter bestrijding van mariene verontreiniging vanaf schepen – Nog steeds in woelige wateren.
De EU-wetgeving omvat relevante internationale regels — met soms nog strengere eisen — op gebieden als olieverontreiniging, scheepswrakken en zwaveluitstoot. De auditors van de ERK waarschuwen ook voor lacunes die de EU nog moet dichten, met name wat betreft verontreinigingsrisico’s. Zo kunnen rederijen nog steeds hun recyclingverplichtingen omzeilen door hun EU-vlag te ruilen voor een niet-EU-vlag voordat ze hun schepen ontmantelen. In 2022 voer één op de zeven schepen ter wereld onder de EU-vlag. Voor de afgeschreven vloot lag dit cijfer 50 procent lager. Ook de EU-regels voor op zee verloren gegane containers zijn volgens het verslag niet waterdicht.
De auditors merken op dat EU-landen te weinig gebruik maken van de beschikbare EU-instrumenten (bijvoorbeeld een netwerk van stand-by-olieopruimingsschepen en opsporing met drones) om verontreiniging vanaf schepen aan te pakken. In 2022 en 2023 identificeerde de Europese dienst voor satelliettoezicht op olielekkages (CleanSeaNet) in totaal 7 731 mogelijke lozingen in EU-zeeën, voornamelijk in Spanje (1 462), Griekenland (1 367) en Italië (1 188). De auditors van de ERK stelden echter vast dat de lidstaten op minder dan de helft van deze waarschuwingen reageerden en dat zij de verontreiniging in slechts 7 procent van de gevallen bevestigden. Dit was onder meer te wijten aan het tijdsverloop tussen de opname van het satellietbeeld en de daadwerkelijke controle van de verontreiniging.
Ook constateerden de auditors dat de autoriteiten van de lidstaten niet genoeg schepen preventief inspecteren en dat de straffen voor vervuilers laag blijven. De schepen die illegaal verontreinigende stoffen in zee lozen, krijgen zelden doeltreffende of afschrikkende sancties opgelegd en er wordt bijna nooit overgegaan tot strafrechtelijke vervolging. Ook rapporteren maar weinig lidstaten inbreuken met betrekking tot het terughalen van achtergelaten, verloren of weggegooid vistuig.
In het algemeen concluderen de auditors dat noch de Europese Commissie, noch de lidstaten volledig toezicht houden op het EU-geld dat wordt gebruikt om zeeverontreiniging tegen te gaan. Ze hebben geen overzicht van de daadwerkelijk bereikte resultaten of hoe deze op grotere schaal zouden kunnen worden verwezenlijkt. Tegelijkertijd blijkt uit de controle dat de EU moeite heeft om verontreiniging vanaf schepen te monitoren. De werkelijke hoeveelheid gelekte olie, verontreinigende stoffen en zwerfvuil van schepen blijft grotendeels onbekend, net als de identiteit van de vervuilers.
Meer informatie: Nieuwsbericht Europese Rekenkamer ECER-dossier : Klimaat en Milieu