Geen immuniteit voor ruzie op parkeerplaats
Nieuwsbericht | 11-09-2011
Het gaat om het arrest in de zaak Patriciello (C‑163/10).
Artikel 8 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie bepaalt dat tegen de leden van het Europees Parlement geen opsporing kan plaatsvinden. Zij kunnen ook niet worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem, die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht.
Toen Patriciello in zijn lidstaat werd vervolgd klopte hij aan bij het EP om immuniteit te vragen. Het EP besloot zijn immuniteit te verdedigen. Volgens het EP hielden zijn uitlatingen verband met ‘het recht van burgers om gemakkelijk toegang te krijgen tot een ziekenhuis en tot de diverse vormen van gezondheidszorg’.
De actie van het EP vormt volgens het Hof slechts een advies dat de nationale rechterlijke instanties niet bindt. Het Hof constateert dat zijn lasterlijke uitlatingen aan het adres van de ambtenaar redelijk ver verwijderd zijn van het ambt van lid van het Europees Parlement en bijgevolg moeilijk kunnen worden geacht rechtstreeks verband te houden met een algemeen belang dat de burger zorgen baart.