Geen staatssteun door gemeente Leidschendam-Voorburg

Het gaat om het arrest van het EU-Gerecht van 30 juni 2015 in de zaak T-186/13,  Nederland/Commissie.

De kwestie draait om de vermeende staatssteun die de gemeente Leidschendam-Voorburg zou hebben verleend aan Schouten-de Jong Bouwfonds ("SJB") voor de ontwikkeling van het Damcentrum. Deze steun bestond volgens de Commissie uit verkoop van bouwgronden onder bepaalde voorwaarden en het kwijtschelden van grondexploitatiebijdragen. De Commissie besloot in 2013 dat deze maatregelen onverenigbaar waren met het Unierecht en dat de gemeente €6,9 miljoen aan onverenigbare staatssteun van SJB moest terug vorderen. Lees hier het eerdere bericht op de ECER-site.

Nederland is samen met de gemeente en SJB tegen het besluit opgekomen. Het Gerecht heeft het besluit van de Commissie vernietigd. Volgens het Gerecht kon de Commissie op basis van haar onderzoek niet tot de conclusie komen dat er sprake was van staatsteun. Een van de eisen oor staatssteun is namelijk dat de betrokken onderneming een voordeel wordt gegund. In sommige gevallen wordt dan gekeken naar de vraag of het betrokken overheidsorgaan heeft gehandeld zoals een commercieel opererende private partij in vergelijkbare omstandigheden zou hebben gedaan.  Het EU-Gerecht vindt dat de Commissie niet heeft aangetoond dat de gemeente niet heeft gehandeld zoals een redelijk handelende private ondernemer in vergelijkbare omstandigheden zou hebben gedaan.

De Commissie kan tegen deze uitspraak van het EU-Gerecht hoger beroep instellen bij het EU-Hof. De Commissie kan ook een nieuw besluit vaststellen. Gezien de uitspraak is het ook goed denkbaar dat de Commissie het hierbij laat.