Gelijke behandeling homo's bij aanvullende nabestaandenpensioenen

Contentverzamelaar

Gelijke behandeling homo's bij aanvullende nabestaandenpensioenen

Wanneer een EU-lidstaat geen homohuwelijk kent, maar een geregistreerd partnerschap nagenoeg gelijk behandelt aan een huwelijk, moet die gelijke behandeling ook gelden voor aanvullende nabestaandenpensioenen op basis van CAO's. Homo's kunnen op die manier aanspraak maken op een nabestaandenpensioen, ook als dat alleen wordt toegekend in geval van een huwelijk. Dat heeft het EG-Hof bepaald in een Duitse zaak.

Centraal in deze zaak staat een beroepspensioenregeling op grond waarvan gehuwden wel en geregistreerde partners niet in aanmerking komen voor een nabestaandenpensioen. De Duitse rechter vraagt onder meer of richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep hieraan in de weg staat.

Het Hof toetst de beroepspensioenregeling aan de richtlijn. Vervolgens stelt het Hof, dat alleen sprake is van discriminatie op grond van seksuele geaardheid indien geregistreerde partners naar nationaal (Duits) recht voor wat betreft nabestaandenuitkeringen vergelijkbaar zijn met gehuwde partners. Of sprake is van discriminatie op grond van seksuele geaardheid hangt dus af van het nationale recht.

De zaak past in een reeks van zaken over gelijke behandeling waarin de Commissie poogt om het beginsel van gelijke behandeling buiten communautaire wetgeving om op te rekken en toe te passen. De Commissie doet dit steeds onder verwijzing naar het eerder arrest van het Hof in de zaak Mangold. Dit arrest gaat over leeftijdsdiscriminatie. Het arrest is in de pers en rechtspraktijk fel bekritiseerd, omdat het gelijkheidsbeginsel buiten de communautaire wetgeving om wordt toegepast.