Internationale rechtsmacht van het Gemeenschappelijk Octrooigerecht krijgt vorm
Nieuwsbericht | 29-07-2013
Dit "Gemeenschappelijk Octrooigerecht" wordt specifiek bevoegd voor octrooigeschillen, waardoor het niet meer nodig is om in elk EU-land apart een rechtszaak in te leiden. Dat bespaart kosten en zorgt voor snellere beslissingen over geldigheid van of inbreuken op octrooien, wat de innovatie in Europa ten goede komt. Het maakt deel uit van een reeks recente maatregelen voor de bescherming van het eenheidsoctrooi in de interne markt (IP/11/470).
Het Gemeenschappelijk Octrooigerecht is opgericht bij een overeenkomst van 19 februari 2013 (PRES/13/61). Het moet zorgen voor eenvoudigere en snellere procedures door het voorkomen van parallelle rechtszaken, soms met tegenstrijdige conclusies, in verschillende landen. Het gerecht kan uitspraken doen over de geldigheid van en inbreuken op Europese en eenheidsoctrooien in alle aangesloten landen. Het staat open voor alle EU-landen, en 25 daarvan hebben er zich al bij aangesloten.
De "Brussel I-Verordening" (Verordening 1215/2012) moet de internationale rechtsmacht van het Gemeenschappelijk Octrooigerecht bepalen.
Daarom stelt de Commissie voor de Brussel I-Verordening te wijzigen om duidelijk te maken hoe de regels over de rechtsmacht werken in de context van het Gemeenschappelijk Octrooigerecht, en hoe de verordening moet worden toegepast in de betrekkingen tussen de landen die wel en die niet bij de overeenkomst zijn aangesloten.
Volgende stappen
Het voorstel wordt wet na instemming van de lidstaten en het Europees Parlement. De Commissie dringt er ook bij de lidstaten op aan om de overeenkomst over het Gemeenschappelijk Octrooigerecht zo snel mogelijk te ratificeren en het voorbereidende werk te voltooien, zodat de eerste eenheidsoctrooien snel kunnen worden verleend.
Lees hier de tekst van het Commissievoorstel