Jaarlijkse Mededeling van de Europese Commissie over duurzame visserij in de EU schetst hoge ambitie

Contentverzamelaar

Jaarlijkse Mededeling van de Europese Commissie over duurzame visserij in de EU schetst hoge ambitie

In de jaarlijkse mededeling die de Europese Commissie publiceert over duurzame visserij worden de vorderingen met betrekking tot de toestand van de visbestanden geschetst. Ook wordt het startschot gegeven voor de brede openbare raadpleging over de vaststelling van de jaarlijkse vangstmogelijkheden voor het komende jaar. De mededeling bevat eveneens een beoordeling van de vooruitgang die is geboekt op weg naar een duurzame visserij in de EU, over het evenwicht tussen de vangstcapaciteit en de mogelijkheden, de sociaaleconomische prestaties van de visserijsector en de uitvoering van de aanlandingsverplichting. Ook wordt de grondgedachte voor vangstmogelijkheden voor 2022 toegelicht.

Het gaat om de mededeling met de titel Naar een duurzamere visserij in de EU: stand van zaken en oriëntaties voor 2022”, die vergezeld gaat van een werkdocument (EN).

De mededeling
Uit de mededeling blijkt dat de EU-visserij -in overeenstemming met de doelstellingen van de 
Europese Green Deal - geleidelijk aan duurzamer wordt, de overgang naar een gezond en milieuvriendelijk EU-voedselsysteem ondersteunt en de basis legt voor duurzame inkomstenbronnen voor de vissers in de EU. Ondanks de coronacrisis blijven de sociaaleconomische prestaties van de sector goed, mede dankzij de snelle steun van de Commissie.

De mededeling roept op tot verdere inspanningen om de mariene hulpbronnen te beschermen. De ambitie in de EU moet daarom hoog worden gehouden en tegelijk moet dezelfde hoge standaard worden nagestreefd in de samenwerking met landen buiten de EU.

De lidstaten, de adviesraden, de visserijsector, niet-gouvernementele organisaties en geïnteresseerde burgers kunnen tot en met 31 augustus deelnemen aan een  openbare raadpleging  en hun mening geven over de vangstmogelijkheden voor 2022.

Duurzame visserij in 2020 en naar 2022; de stand van zaken
Uit de mededeling blijkt dat met name in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan duurzaamheid bijna bereikt is voor de bestanden die worden beheerd volgens het beginsel van de maximale duurzame opbrengst (MDO). Het gaat hierbij om de maximale hoeveelheid vis die vissers uit de zee kunnen halen zonder de regeneratie en toekomstige productiviteit van het bestand in gevaar te brengen.

De gezonde bestanden hebben volgens de mededeling bijgedragen tot de sociaaleconomische prestaties van de sector, die daardoor winstgevend is gebleven. Dit alles ondanks het effect van de COVID-19-pandemie. De visserijactiviteiten werden zwaar getroffen door de coronacrisis en de waarde van de aangelande vis is in 2020 naar schatting met 17 procent gedaald ten opzichte van 2019. De snelle steun die de Commissie aan de sector heeft verleend, met name door 136 miljoen euro aan middelen beschikbaar te stellen in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, heeft bijgedragen tot een snelle aanpak van de gevolgen van de pandemie.

De mededeling stelt dat de inspanningen om te zorgen voor gezonde visbestanden voor toekomstige generaties moeten worden voortgezet. Voor de Atlantische Oceaan en de Oostzee zal de Commissie voor 2022 voorstellen om de visserijsterfte voor bestanden met een MDO-beoordeling verder te handhaven of te verminderen in overeenstemming met de MDO. Ook zal zij voorstellen om volledige uitvoering te geven aan beheersplannen waarin MDO-bandbreedtes voor de sterfte zijn vastgesteld. Ondanks een lichte verbetering in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee liggen de exploitatieniveaus daar nog steeds twee keer zo hoog als de duurzame niveaus. Daarom zal alles in het werk worden gesteld om het meerjarenplan voor het westelijke deel van de Middellandse Zee en de maatregelen van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee verder uit te voeren. Bij de vangstmogelijkheden voor 2022 zullen verdere verbeteringen in de Adriatische Zee een prominente plaats innemen.

De EU-lidstaten moeten ook de handhaving en de controle op de naleving van de aanlandingsverplichting opvoeren. In het bijzonder door gebruik te maken van geschikte moderne controle-instrumenten, zoals systemen voor elektronische monitoring op afstand, die de meest doeltreffende en kostenefficiënte manier zijn om de aanlandingsverplichting op zee te controleren. De Commissie zal met het Europees Parlement en de Raad blijven samenwerken om te komen tot een akkoord over het herziene visserijcontrolesysteem, dat het gebruik van deze instrumenten kan vergemakkelijken. Daarnaast worden de vissers aangemoedigd om meer gebruik te maken van innovatiever en selectiever vistuig. Het  Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA)  kan voor dergelijke investeringen financiële steun verlenen.

In de betrekkingen met derde landen zal de Commissie bij de vangstmogelijkheden en de daarmee verband houdende maatregelen streven naar een hoge mate van onderlinge afstemming met het oog op hoge duurzaamheidsnormen. Dat zal van cruciaal belang zijn voor het waarborgen van een duurzame exploitatie van de hulpbronnen en het tot stand brengen van een gelijk speelveld voor de EU-sector, gezien de sterke onderlinge verwevenheid tussen de vloten in de betrokken wateren. Wat de met het Verenigd Koninkrijk gedeelde bestanden betreft, biedt de handels- en samenwerkingsovereenkomst een stevige basis voor een duurzaam beheer van de gedeelde visbestanden.

Hoe verder na de consultatie?
Na de openbare raadpleging zal de Commissie in het najaar haar voorstellen indienen voor de verordeningen over de vangstmogelijkheden voor 2022 in de Atlantische Oceaan, de Noordzee, de Oostzee, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. De voorstellen houden rekening met de meerjarenplannen en zijn gebaseerd op wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee ( ICES ) en andere onafhankelijke instanties, en op de economische analyse van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV). De voorstellen omvatten ook aanpassingen die voortvloeien uit de uitvoering van de aanlandingsverplichting. De Raad van Visserijministers van de Europese Unie zal vervolgens de voorstellen van de Commissie bespreken en de verdeling van de vangstmogelijkheden vaststellen.

Meer informatie: