Jaaroverzicht 2023 van de Nederlandse vertegenwoordiging bij de EU-hoven gepubliceerd

Contentverzamelaar

Jaaroverzicht 2023 van de Nederlandse vertegenwoordiging bij de EU-hoven gepubliceerd

Het jaarbericht over 2023 geeft inzicht in de werkzaamheden van de Nederlandse procesvertegenwoordiging bij de Europese hoven (EU-Hof van Justitie, EU-Gerecht en het EVA-Hof) en informatie over de inbreng van de Nederlandse regering in zaken waarin de Europese hoven in 2023 uitspraak hebben gedaan. De zaken hebben betrekking op uiteenlopende onderwerpen. Net zoals eerdere jaren ging het om meerdere zaken over asiel en migratie, de Poolse rechtsstaat en gegevensbescherming binnen de EU. Maar in 2023 bijvoorbeeld ook over de verlening van staatssteun tijdens de COVID-crisis, zoals de steun van Nederland aan het MKB en steun van Frankrijk aan Air France.

Het achttiende jaarbericht van de Nederlandse procesvertegenwoordiging is hier in te zien.

De rechtspraak van de Europese hoven beschermt de rechten en vrijheden van ongeveer 450 miljoen Unieburgers en kan grote invloed hebben op het Nederlandse recht en beleid. Om die reden brengt de Nederlandse regering actief haar visie naar voren in zaken bij de Europese hoven.

In totaal heeft de Nederlandse regering een bijdrage geleverd in 57 zaken die de Europese hoven in 2023 hebben afgedaan. 42 uitspraken betroffen prejudiciële zaken bij het EU-Hof van Justitie, waarvan 13 waarin Nederlandse rechters vragen stelden over de uitleg van het Unierecht. De Nederlandse regering heeft in twee zaken beroep ingesteld en heeft in 10 rechtstreekse zaken geïntervenieerd aan de zijde van één van de hoofdpartijen bij het geschil. Verder heeft het EU-Hof uitspraak gedaan in twee inbreukzaken die door de Europese Commissie tegen Nederland waren gestart. Ook heeft de Nederlandse regering een bijdrage geleverd aan een prejudiciële zaak waarin het EVA-Hof uitspraak heeft gedaan. Het oordeel van de Europese hoven van de in dit jaarbericht besproken zaken komt merendeels overeen met het door de Nederlandse regering ingebrachte standpunt.

 

De afgelopen jaren is de gemiddelde duur van de behandeling van prejudiciële zaken blijven stijgen. Om de werklast van het EU-Hof te verminderen en om de zaken op een goede wijze en binnen redelijke termijnen te kunnen blijven behandelen, heeft het Hof in 2023 de Uniewetgever verzocht om de prejudiciële bevoegdheid van het Hof gedeeltelijk aan het EU-Gerecht over te dragen. De Brusselse besluitvorming hierover, in onder meer de Raadswerkgroep Hof van Justitie, heeft in maart 2024 geleid tot een wijziging van het Statuut van het Hof van Justitie. De overdracht ziet onder meer op zaken die betrekking hebben op BTW, het douanewetboek, de tariefindeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur en het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten. De overgedragen zaken vormen ongeveer 20 procent van de prejudiciële zaken waarin het EU-Hof momenteel uitspraak doet. In het kader van het bevorderen van de transparantie is ook besloten dat de schriftelijke inbreng van partijen in prejudiciële zaken online beschikbaar wordt gesteld en dat vaker zittingen bij het EU-Hof worden ‘gestreamd’. Het is de verwachting dat deze wijzigingen na de zomer van 2024 worden ingevoerd.

Dit jaarbericht 2023 is in twee hoofdstukken ingedeeld. Het eerste hoofdstuk geeft een overzicht van de werkzaamheden van de Nederlandse procesvertegenwoordiging in Luxemburg. Het tweede hoofdstuk bevat een nadere toelichting op de uitspraken in zaken waaraan Nederland heeft deelgenomen.

Meer informatie:
ECER-EU-Hof: Jaarverslagen procesvoering Nederland

ECER-bericht: Jaaroverzicht 2022 van de Nederlandse vertegenwoordiging bij de EU-hoven gepubliceerd (22 mei 2023)