Kabinet reageert op Commissie Meijers over EU-informatievoorziening aan nationale parlementen
Nieuwsbericht | 26-08-2013
Het kabinet geeft aan dat de kernboodschap van de Commissie Meijers van het belang van transparantie voor de parlementaire controletaak overeenkomt met de inzet van het kabinet op meer transparantie. Zo wijst het kabinet er op zich in te blijven zetten voor de versoepelingen van de tussen de EU-lidstaten in de Raad overeengekomen richtsnoeren over de omgang met interne Raadsdocumenten (11336/11 van 9 juni 2011). Het kabinet heeft eerder dit jaar ook de Eerste en Tweede Kamer rechtstreekse toegang verleend tot alle limité-documenten van de Raad (zie hier de berichtgeving door het ECER). Dit gebeurde onder voorwaarde dat Nederland, en daarmee ook de Kamers, zich blijft houden aan de belangrijkste bepaling uit de richtsnoeren, namelijk dat deze documenten of delen ervan niet publiek gemaakt mogen worden zonder voorafgaande autorisatie daartoe door de Raad of personen die in een Raadsbesluit daartoe gemachtigd worden.
In antwoord op de vraag van de Commissie Meijers om, vooruitlopend op de gewenste versoepeling, het grondwettelijke inlichtingenrecht te laten prevaleren boven de richtsnoeren van de Raad, nuanceert het kabinet de veronderstelde tegenstelling tussen inlichtingenplicht en de richtsnoeren. De inlichtingenplicht sluit niet uit dat bij beantwoording van de vraag of bepaalde gegevens kunnen worden verstrekt, de richtsnoeren tussen EU-lidstaten worden meegewogen. Ook wijst het kabinet er op dat de richtsnoeren in huidige vorm de publieke bespreking van onderwerpen in interne Raadsdocumenten niet onmogelijk maakt, mits daaruit niet letterlijk wordt geciteerd en genoemde documenten zelf niet door de Kamer aan het bredere publiek bekend worden gemaakt.
Klik hier voor de notitie van de Commissie Meijers.
Klik hier voor de reactie van het kabinet.