Meer kandidaat EU-rechters krijgen negatieve beoordeling

Contentverzamelaar

Meer kandidaat EU-rechters krijgen negatieve beoordeling

Van de nieuwe kandidaat EU-rechters die door hun lidstaat zijn voorgedragen sinds 2018 heeft 28% een ongunstig advies van het beoordelingscomité gekregen. Dat is meer dan in voorgaande jaren. Dat blijkt uit het zesde rapport van het ‘255-comité’.

In totaal zijn acht van de 43 uitgebrachte adviezen in de periode maart 2018 tot oktober 2019 ongunstig geweest. Geen ongunstige adviezen zijn uitgebracht over de kandidaten voor de verlenging van een ambtstermijn. Dit betekent dat 28 % (acht van de 29) van de adviezen over kandidaten voor een eerste ambtstermijn ongunstig zijn geweest. terwijl sinds de oprichting van het comité het gemiddelde rond 20% lag.

Van de acht ongunstige adviezen sinds maart 2018, hebben er zes betrekking op kandidaten voor een eerste ambtstermijn als rechter van het EU-Gerecht, en twee op kandidaten voor een eerste ambtstermijn bij het EU-Hof.

Het beoordelingscomité is ingesteld op grond van artikel 255 van het EU-Werkingsverdrag. Het comité heeft als opdracht « de lidstaten van advies [te] dien[en] over de geschiktheid van de kandidaten voor de uitoefening van de ambten van rechter in en advocaat-generaal bij het Hof van Justitie en het Gerecht, voordat de regeringen van de lidstaten overgaan tot de benoemingen”.

Het 255-comité adviseert over de deskundigheid en integriteit van de door lidstaten voorgedragen rechters en advocaten-generaal voor (her)benoeming bij het EU-Hof en het EU-Gerecht. In dit comité, onder voorzitterschap van de Nederlander Christiaan Timmermans, zitten onder meer oud-rechters van het EU-Hof en rechters van de hoogste nationale rechterlijke instanties. De Brusselse praktijk is dat een negatief advies van dit comité betekent dat de voorgedragen kandidaat niet in aanmerking komt voor (her)benoeming. Het rapport geeft een goed inzicht van de werkzaamheden van het comité.

Meer informatie: