Rechterbenoemingen

Procedures voor de benoeming van rechters bij het Hof van Justitie en het Gerecht

Artikel 19, lid 1 van het EU-Verdrag bepaalt dat het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat uit het Hof van Justitie (hierna: het Hof), het Gerecht en de gespecialiseerde rechtbanken. Voor deze rechterlijke instanties gelden verschillende regels omtrent de samenstelling en de benoeming van de rechters. Deze regels worden hieronder uiteengezet voor zowel het Hof als het Gerecht. Er zijn geen gespecialiseerde rechtbanken.

Artikel 19, lid 2 van het EU-Verdrag stelt het aantal rechters per rechterlijke instantie vast. Zo bestaat het Hof van Justitie uit één rechter per lidstaat en wordt het bijgestaan door advocaten-generaal. Op dit moment bestaat het Hof uit 27 rechters en 11 advocaten-generaal. 

Het Gerecht bestaat uit  ten minste één rechter per lidstaat. In artikel 48 van het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie zoals gewijzigd bij verordening 2016/1192 is bepaald dat het Gerecht vanaf 1 september 2016 is samengesteld uit 47 rechters en vanaf 1 september 2019 uit twee rechters per lidstaat.

De rechters en de advocaten-generaal van zowel het Hof als het Gerecht worden gekozen uit personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden en die voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in artikelen 253 en 254 van het EU-Werkingsverdrag (hierna: VWEU). Volgens artikel 2 van het statuut moet iedere rechter, voor het aanvaren van zijn ambt, in openbare zitting een eed voor het Hof afleggen dat hij zijn functie zal uitoefenen in volkomen onpartijdigheid en geheel overeenkomstig zijn geweten en dat hij niets van het geheim der beraadslagingen openbaar zal maken. Daarnaast mogen de rechters geen politieke functie of bestuursambt uitoefenen of enigerlei beroepswerkzaamheid verrichten (artikel 4 van het statuut). Bij het aanvaarden van hun ambt verbinden zij zich om de uit hun taak voortvloeiende verplichtingen na te komen. De rechters worden in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten voor zes jaar benoemd. Na een periode van zes jaar kunnen de rechters en advocaten-generaal herbenoemd worden.

Procedure voor benoeming bij het Hof

Artikel 253 van het EU-Werkingsverdrag herhaalt dat de rechters en de advocaten-generaal van het Hof gekozen worden uit personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden. Verder moeten zij aan alle gestelde eisen voldoen om in hun onderscheiden landen de hoogste rechterlijke ambten te bekleden, of moeten zij bekend staan als kundige rechtsgeleerden. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, zullen zij in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten voor zes jaar worden benoemd na raadpleging van het in artikel 255 VWEU bedoelde comité. Om de drie jaar vindt, op de wijze die in het statuut is bepaald, een gedeeltelijke vervanging van de rechters en de advocaten-generaal plaats. De rechters zelf kiezen voor drie jaar de president en vicepresident van het Hof uit hun midden (artikel 9 bis van het statuut). Deze zijn herbenoembaar. Artikel 253 herhaalt dat de aftredende rechters en advocaten-generaal herbenoembaar zijn. Het Hof benoemt verder zijn griffier en bepaalt zijn positie, ook stelt het Hof zijn reglement voor de procesvoering vast. Dit reglement moet worden goedgekeurd door de Raad.

  • ECER-bericht - Herke Kranenborg voorgedragen als Nederlands rechter bij het EU-Hof (6 november 2023)

De huidige samenstelling van het Hof vindt u hier.

Procedure voor benoeming bij het Gerecht

Artikel 254 VWEU omschrijft de benoemingsregels voor het Gerecht. In overeenstemming met dit artikel wordt het aantal rechters van het Gerecht vastgesteld in het statuut. Het statuut kan daarbij bepalen of het Gerecht wordt bijgestaan door advocaten-generaal. De rechters kunnen worden aangewezen om de functie van advocaat-generaal te bekleden (artikel 49 van het statuut). Ook  leden van het Gerecht  kunnen alleen worden gekozen uit personen die voldoen aan de waarborgen voor onafhankelijkheid en bekwaam zijn hoge rechterlijke ambten te bekleden. Ook zij worden in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten voor zes jaar benoemd na raadpleging van het in artikel 255 bedoelde comité. Om de drie jaar vindt een gedeeltelijke vervanging van de leden plaats, maar de aftredende leden zijn herbenoembaar. De rechters kiezen uit hun midden de president van het Gerecht voor een periode van drie jaar. De president is herkiesbaar. Daarnaast benoemt het Gerecht zijn griffier en bepaalt het diens positie. Het Gerecht stelt in overeenstemming met het Hof zijn reglement voor de procesvoering vast. Dit moet goedgekeurd worden door de Raad. Tenzij in het statuut anders wordt bepaald, zijn de bepalingen van de Verdragen betreffende het Hof van Justitie op het Gerecht van toepassing.

De huidige samenstelling van het Gerecht vindt u hier.

Het comité van artikel 255 EU-Werkingsverdrag

De rechters bij zowel het Hof als het Gerecht worden volgens artikel 253 en 254 VWEU benoemd door de regeringen van de lidstaten na raadpleging van het in artikel 255 VWEU bedoelde comité (hierna: het 255 comité) . Dit comité geeft de lidstaten advies over de geschiktheid van de kandidaten voor de uitoefening van de ambten van rechter en advocaat-generaal van het Hof en het Gerecht, voordat de regeringen van de lidstaten overgaan tot de benoemingen. Het 255 comité  bestaat uit zeven personen, gekozen uit voormalige leden van het Hof en het Gerecht, personen die de hoogste nationale rechterlijke ambten bekleden en personen die bekend staan als kundige rechtsgeleerden, waarvan er één wordt voorgedragen door het Europees Parlement. De Raad stelt een besluit vast over de werkwijze van het comité en de benoeming van de leden. De Raad besluit op initiatief van de president van het Hof.

Het comité stelt regelmatig activiteitenrapporten op. Deze vindt u hier.

De huidige samenstelling van het 255 comité vindt u in dit besluit van de Raad van 4 december 2017.