Rechterbenoemingen
Samenstelling van en eisen
aan de groep rechters bij de EU-Hoven
Artikel 19, lid 1
van het EU-Verdrag
bepaalt dat het Hof van
Justitie van de Europese Unie bestaat uit het Hof van
Justitie (hierna: het EU-Hof), het Gerecht en de
gespecialiseerde rechtbanken.
Voor deze
rechterlijke instanties gelden verschillende regels
over de samenstelling en benoeming van rechters. Deze
regels worden hierna uiteengezet voor zowel het EU-Hof
als het Gerecht. Er zijn momenteel
geen gespecialiseerde rechtbanken.
Het EU-Hof bestaat uit één rechter per lidstaat (27 in totaal) en wordt bijgestaan door 11 advocaten-generaal (A-G’s).
Momenteel bestaat het Gerecht uit twee rechters per lidstaat (54 in totaal).
De rechters en de
advocaten-generaal van zowel het EU-Hof als het
Gerecht worden gekozen uit personen die alle
waarborgen voor onafhankelijkheid bieden en die
voldoen aan de voorwaarden zoals neergelegd in het
Verdrag (zie artikel 253
en 254
van het
EU-Werkingsverdrag).
In het
Statuut van
het Hof van Justitie van de EU
zijn regels opgenomen waaraan de
rechters moeten voldoen. Zo moeten zij bijvoorbeeld
een eed afleggen voor het EU-Hof. Hierbij zweren de
rechters dat zij volkomen onpartijdig en in
overeenstemming met hun geweten het ambt zullen
uitoefenen. Ook zweren zij om niets bekend te maken
over de inhoud van de overleggen die plaatsvinden
tussen de rechters (‘het geheim der beraadslagingen’),
en dat zij geen politieke functie, bestuursambt of
enigerlei beroepswerkzaamheden zullen
uitoefenen.
De rechters bij het EU-Hof en het Gerecht worden -in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten- voor zes jaar benoemd. Na een periode van zes jaar kunnen de rechters en advocaten-generaal herbenoemd worden .
Procedure voor benoeming
Artikelen
253 en
254
van het EU-Werkingsverdrag
bepalen dat de rechters en de advocaten-generaal van
het EU-Hof en het Gerecht gekozen worden uit personen
die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden.
Verder moeten zij aan alle gestelde eisen voldoen om
in hun eigen lidstaat de hoogste rechterlijke ambten
te bekleden, of moeten zij bekend staan als kundige
rechtsgeleerden.
Wanneer aan deze voorwaarden is
voldaan, zullen zij - in onderlinge overeenstemming
door de regeringen van de lidstaten- voor zes jaar
worden benoemd na raadpleging van het in
artikel 255 EU
-Werkingsverdrag
bedoelde comité.
De
rechters kiezen voor drie jaar de president en
vicepresident uit hun midden (artikel 9 bis van het
Statuut van het Hof van Justitie van de
EU ).
De rechters zijn
herbenoembaar. Artikelen 253 en 254 van het
EU-Werkingsverdrag bepalen dat de aftredende rechters
en advocaten-generaal ook herbenoembaar zijn.
Om de drie jaar vindt een gedeeltelijke vervanging van
de rechters en de advocaten-generaal plaats. Het gaat
om de vervanging van de helft van de rechters en
advocaten-generaal. Bij een oneven aantal (dus: 27
rechters en 11 AG’s) wordt ‘de helft’ als volgt
berekend: beurtelings wordt dan uitgegaan van 28
rechters/12 AG’s (dus vervangen worden er dan 14 en
6), dan wel 26 rechters en 10 AG’s (vervangen worden
er 13 en 5).
Zowel het EU-Hof als het Gerecht
benoemen elk hun eigen griffier en bepalen diens
positie. De griffier is de hoogste ambtenaar
(vergelijkbaar met de Secretaris-Generaal bij een
ministerie). De griffier wordt bij beide instanties
benoemd voor zes jaar.
Het EU-Hof stelt
zijn Reglement
voor de procesvoering
vast . Dit reglement moet worden
goedgekeurd door de Raad.
De huidige samenstelling van het EU-Hof vindt u hier .
De huidige samenstelling van het Gerecht vindt u hier .
Het comité van artikel 255
EU-Werkingsverdrag
De rechters bij het EU-Hof en
het Gerecht worden op grond van artikel 253 en 254
EU-Werkingsverdrag benoemd door de regeringen van de
lidstaten . Voordat tot die benoeming
wordt overgegaan, richten de lidstaten een comité van
advies op (hierna: het 255 comité, zie ook
artikel
255 EU-Werkingsverdrag
). Dit comité
adviseert over de geschiktheid van de
kandidaten voor de uitoefening van de ambten van
rechter en advocaat-generaal van het Hof van Justitie
en het Gerecht.
Het 255 comité bestaat uit zeven personen, gekozen uit voormalige leden van het EU-Hof en het Gerecht, personen die de hoogste nationale rechterlijke ambten bekleden en personen die bekend staan als kundige rechtsgeleerden, waarvan er één wordt voorgedragen door het Europees Parlement. De Raad stelt een besluit vast over de werkwijze van het comité en de benoeming van de leden. De Raad besluit op initiatief van de president van het EU-Hof.
Het comité stelt regelmatig activiteitenrapporten op. Deze vindt u hier.
De huidige samenstelling van het 255 comité vindt u in dit Besluit - 2021/2232 - EN - EUR-Lex (europa.eu)
Benoemingsprocedure voor
Nederlandse rechters bij de EU-Hoven
De voordracht van Nederlandse
kandidaten voor benoeming als rechter bij het EU-Hof
en het Gerecht valt onder de verantwoordelijkheid van
de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie en
Veiligheid.
De procedure start met de kennisgeving van het EU-Hof of het Gerecht dat er een vacature vrij is. Die kennisgeving moet uiterlijk een jaar voor aanvang van de nieuwe termijn van de Nederlandse rechter of A-G worden gedaan.
Een onafhankelijke aanbevelingscommissie, die wordt voorgezeten door de president van de Hoge Raad, beoordeelt de ontvangen sollicitaties en kan sollicitanten horen. De aanbeveling bestaat uit een lijst van tenminste drie personen en is niet openbaar. De verantwoordelijke ministers kiezen de meest geschikte kandidaat op basis van deze aanbeveling. De voordracht wordt vervolgens door de Ministerraad vastgesteld. De minister van Buitenlandse Zaken zorgt vervolgens voor de voordracht bij het artikel 255-Comité.
Uitgangspunt is dat een zittende rechter of advocaat-generaal wordt herbenoemd met een maximale termijn van 12 jaar.