Nederlands kabinet presenteert visie op Europees veiligheidsbeleid naar aanleiding van advies AIV
Nieuwsbericht | 29-10-2020
Algemeen
Op 19 juni 2020 presenteerde de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) het advies Europese veiligheid: tijd voor nieuwe stappen (klik hier voor het advies). In het advies wordt ingegaan op de veiligheid van Europa in brede zin. Volgens de AIV moeten nieuwe stappen worden gezet als Nederland invloed wil blijven houden op de vormgeving van het Europese veiligheidsbeleid. Het Nederlandse kabinet gaat in een reactie van begin oktober in op de aanbevelingen en conclusies die in het advies zijn opgenomen (zie de kabinetsreactie ).
Het Nederlandse kabinet staat voor een één-op-één-benadering, waarbij zowel het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) van de EU als de NAVO moet worden versterkt. Het kabinet is het eens met de AIV dat Nederland niet in dogmatische zin voor de NAVO of voor de EU moet kiezen. Volgens het Nederlandse kabinet blijft de NAVO echter, ook in de toekomst, de primaire veiligheidsorganisatie voor de collectieve verdediging. De EU is realistisch gezien niet uitgerust om een dergelijke taak in de nabije toekomst te vervullen, aldus het Nederlandse kabinet.
Ondanks dat de NAVO een centrale rol blijft spelen sluit dit volgens het Nederlandse kabinet niet uit dat er ook nieuwe stappen op het gebied van het GVDB kunnen worden gezet (zie hierover ook het ECER-dossier over het GVDB). Nederland heeft de laatste jaren, mede gezien de internationale ontwikkelingen (Brexit, veranderende trans-Atlantische verhoudingen), een positievere opstelling aangenomen ten aanzien van nieuwe voorstellen binnen het GVDB. Sinds 2016 zijn diverse instrumenten voor de versterking van het GVDB tot stand gekomen, waaronder de Permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) (zie het ECER-dossier over PESCO). Het Nederlandse kabinet legt de komende periode de nadruk op de uitvoering en de nadere invulling van deze instrumenten.
Uitgangspunten van de Nederlandse inzet
In de kabinetsreactie geeft het kabinet aan onder meer de volgende uitgangspunten in acht te nemen bij de uitvoering en nadere invulling van het Europese veiligheidsbeleid:
Aansluiting zoeken bij Frans-Duitse initiatieven voor Europese veiligheid
Blijvende betrokkenheid van het VK
Oprichting van een Europese Veiligheidsraad
Operationalisering van de wederzijdse EU-bijstandsclausule
Versterking van het Europese Defensiefonds
Inzet op specialisatie van (lid)staten
Afsluiting
Het Nederlandse kabinet onderstreept dat Nederland zich zal blijven inzetten voor de verdere samenwerking tussen de Europese landen, ten bate van zowel de EU als de NAVO. Daarbij zullen de bovengenoemde uitgangspunten als reflectiekader gelden.
Het Nederlandse kabinet benadrukt ook dat deze kabinetsreactie deels dezelfde thema’s behandeld als de Defensievisie 2035 . Binnenkort verschijnt ook een kabinetsreactie op de evaluatie van de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het GVDB in de periode 2016-2019, waarin ook dezelfde thema’s zullen worden behandeld.
Meer informatie