Nieuwe beschikbare financiering voor vervoersprojecten in de EU

De Europese Commissie maakte op 17 juli 2024 134 vervoersprojecten bekend die meer dan 7 miljard euro aan EU-subsidies zullen ontvangen uit de Connecting Europe Facility (CEF; zie voor meer informatie ook de website van de Europese Commissie). Het CEF is het EU-instrument voor strategische investeringen in infrastructuur.

Met ongeveer 83 procent van de CEF-financiering zullen projecten worden ondersteund die de klimaatdoelstellingen van de EU verwezenlijken en die het EU-netwerk van spoorwegen, binnenwateren en maritieme routes langs het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T; zie voor meer informatie ook de website van de Commissie) verbeteren en moderniseren. Van dit bedrag van 7 miljard euro gaat 80 procent naar spoorwegprojecten.

Nu de lijst van 134 projecten op 16 juli 2024 door de lidstaten werd goedgekeurd, zal de Europese Commissie het financieringsbesluit officieel vaststellen, waarna het Cinea – het betrokken EU-uitvoeringsagentschap- zal beginnen met het opstellen van subsidieovereenkomsten. De resultaten van de selectie van de 134 projecten zijn voorlopig en worden pas definitief wanneer de Commissie eenmaal het desbetreffende gunningsbesluit heeft vastgesteld.

Achtergrond
De 134 projecten zijn geselecteerd uit in totaal 408 aanvragen die zijn ingediend in het kader van een specifieke oproep tot het indienen van voorstellen, die op 18 januari 2024 werd afgesloten.

De EU-financiering voor de projecten zal de vorm aannemen van subsidies voor de medefinanciering van de totale projectkosten.

In het kader van het CEF-vervoersprogramma voor 2021-2027 is 25,8 miljard euro beschikbaar voor subsidies voor de medefinanciering van TEN-T-projecten in de lidstaten. Sinds 2014 heeft de CEF meer dan 1 500 projecten ondersteund met 37,5 miljard euro in de vervoerssector.

Vanaf 18 juli 2024 worden de inspanningen om een duurzaam en veerkrachtig vervoersnetwerk binnen de EU tot stand te brengen opgevoerd via de geactualiseerde TEN-T-verordening. Deze verordening stimuleert duurzame vervoerswijzen, digitalisering en multimodaliteit, en pakt tegelijk klimaatuitdagingen en militaire mobiliteit aan.

De nieuwe projecten
Er gaat financiering naar grote projecten ter verbetering van grensoverschrijdende spoorverbindingen binnen het TEN-T-kernnetwerk: in de Baltische lidstaten ( Rail Baltica ), tussen Frankrijk en Italië ( Lyon-Turijn ) en tussen Denemarken en Duitsland ( Fehmarnbelt-tunnel ).

Ongeveer 20 zeehavens in Ierland, Spanje, Finland, Nederland, Duitsland, Malta, Litouwen, Cyprus, Kroatië, Griekenland en Polen zullen steun ontvangen voor infrastructuurverbeteringen. In een aantal gevallen maken deze het mogelijk om walstroom te leveren aan schepen of hernieuwbare energie te vervoeren.

De werkzaamheden op het gebied van de binnenvaartinfrastructuur zullen de grensoverschrijdende verbindingen tussen Frankrijk en België (stroomgebied van de Seine-Schelde) en tussen Roemenië en Bulgarije (de Donau) verbeteren. Ook binnenhavens in Oostenrijk, Duitsland en Nederland zullen financiering ontvangen, zodat zij het Europese netwerk van rivieren en kanalen voor duurzaam vervoer kunnen blijven bevorderen.

Wat het wegvervoer betreft, zal de veiligheid voor zowel particulieren als professionals erop vooruitgaan, doordat er zal worden gezorgd voor zowel coöperatieve intelligente vervoerssystemen en -diensten (ITS) als nieuwe, veilige en beveiligde parkeerterreinen.

In het kader van projecten voor luchtverkeersbeheer zal de ontwikkeling worden voortgezet van een gemeenschappelijk Europees luchtruim , zodat het luchtvervoer efficiënter, veiliger en duurzamer wordt.

Tot slot zullen verschillende projecten de capaciteit vergroten van de  solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne , die zijn opgezet om de in- en uitvoer tussen Oekraïne en de EU te vergemakkelijken (zie voor meer informatie ook de website van de Commissie).

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Vervoer