Nieuwe mededeling van de Commissie over de handhaving van de staatssteunregels door nationale rechterlijke instanties
Nieuwsbericht | 30-07-2021
Het gaat om de mededeling van de Commissie over de handhaving van de staatssteunregels door nationale rechterlijke instanties. De mededeling is op 30 juli 2021 door de Commissie gepubliceerd.
Achtergrond
Sinds 2012 werkt de Europese Commissie aan de uitvoering van de agenda voor de modernisering van het staatssteunbeleid (SAM). In het kader van die agenda heeft de Commissie een pakket aangenomen met wetgeving, richtsnoeren en mededelingen voor de beoordeling van staatssteunmaatregelen. Door dit nieuwe pakket maatregelen kregen de lidstaten meer mogelijkheden om staatssteun toe te kennen zonder dat die steun vooraf door de Commissie hoeft te worden onderzocht. Met name doordat de Commissie meer vrijstellingen heeft ingevoerd van de verplichting om voorgenomen staatssteunmaatregelen aan te melden bij de Commissie (overeenkomstig artikel 108, lid 3, EU-Werkingsverdrag). Doordat de Commissie minder staatssteunzaken beoordeelt, heeft de nationale rechter volgens de Commissie een nog belangrijkere rol gekregen bij het toezicht op de inachtneming van de EU-staatssteunregels.
Handhavingsstudie
In 2019 heeft de Europese Commissie een studie bekendgemaakt over de handhaving van staatssteunvoorschriften en staatssteunbesluiten door de nationale rechters (hierna: de handhavingsstudie). Die studie onderzocht meer dan 750 nationale rechterlijke beslissingen, die in twee categorieën uiteenvallen. Ten eerste de zaken waarin de nationale rechter een rol speelt bij het trekken van consequenties uit de onrechtmatige uitvoering van steun (‘private handhaving’). En ten tweede de zaken waarin de nationale rechter een rol speelt bij de uitvoering van besluiten van de Commissie waarin terugvordering wordt gelast (‘bestuurlijke handhaving’).
Uit de handhavingsstudie is volgens de Commissie gebleken dat het aantal staatssteunzaken dat nationale rechters te behandelen kreeg, tussen 2007 en 2017 is toegenomen. Ondanks deze toename hebben de nationale rechters slechts in zeldzame gevallen beroep toegewezen en vertegenwoordigen vorderingen tot schadevergoeding een kleine minderheid van de zaken. Bovendien is niet intensief gebruik gemaakt van de vormen van samenwerking tussen de Commissie en de nationale rechters die in 2009 zijn ingevoerd met de mededeling van de Commissie over de handhaving van de staatssteunregels door de nationale rechterlijke instanties (hierna: mededeling handhaving 2009) en in 2015 met de verordening 2015/1589 (de procedureverordening).
Nieuwe mededeling van de Commissie over de handhaving van de staatssteunregels door nationale rechters
De Europese Commissie heeft op 30 juli 2021 een vernieuwde mededeling over de handhaving van de staatssteunregels door de nationale rechterlijke instanties gepubliceerd. In die mededeling vinden nationale rechters en andere belanghebbenden praktische informatie over de handhaving van de staatssteunvoorschriften op nationaal niveau.
De mededeling houdt rekening met de kwesties die de nationale rechters aan de orde hebben gesteld in het kader van de handhavingsstudie (2019) of in zaken waarin prejudiciële vragen aan het EU-Hof zijn voorgelegd. In sommige voorbeelden gaat het om de samenhang tussen de procedure voor de Commissie en de procedure voor de nationale rechter, of om kwesties die aan de orde werden gesteld vanwege de onjuiste toepassing van groepsvrijstellingsverordeningen.
Deze mededeling wil de rechterlijke instanties van de lidstaten houvast bieden en de samenwerking aanmoedigen tussen de Europese Commissie en de nationale rechters door alle beschikbare instrumenten voor samenwerking uiteen te zetten. Van belang is dat de nationale rechters niet gebonden zijn aan de mededeling en dat hun onafhankelijkheid niet wordt aangetast.
De klemtoon in de mededeling ligt in hoofdzaak op de private handhaving (de zaken waarin de nationale rechter een rol speelt bij het trekken van consequenties uit de onrechtmatige uitvoering van steun). In de mededeling van de Commissie betreffende de terugvordering van onrechtmatige en onverenigbare staatssteun uit 2019 komen de aspecten met betrekking tot de bestuurlijke handhaving (de zaken waarin de nationale rechter een rol speelt bij de uitvoering van besluiten van de Commissie waarin terugvordering wordt gelast) aan bod.
Sinds de mededeling handhaving van 2009 is de rechtspraak van het EU-Gerecht en het EU-Hof (samen het EU-Hof) geëvolueerd. In de vernieuwde mededeling handhaving van 2021 worden de ontwikkelingen uit de rechtspraak van het EU-Hof geïntrigeerd. De vernieuwde mededeling handhaving vervangt de mededeling handhaving van 2009.
Meer informatie: