Nieuwe voorstellen van de Commissie moeten de grensoverschrijdende politiële samenwerking versterken
Nieuwsbericht | 14-12-2021
Achtergrond
In de EU-strategie voor de veiligheidsunie (2020) kondigde de Commissie voorstellen aan om de politiële samenwerking te stimuleren, zodat de rechtshandhavingsinstanties in de hele EU beter kunnen samenwerken op basis van een modern rulebook. Zoals ook wordt benadrukt in de EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (2021) zijn een robuuste politiële samenwerking en een vlotte uitwisseling van informatie van essentieel belang bij de bestrijding van alle vormen van zware en georganiseerde criminaliteit.
De Europese Commissie heeft op 8 december 2021 drie voorstellen gepresenteerd die samen worden aangeduid als de EU-code voor politiële samenwerking. Met deze voorstellen maakt de Commissie werk van de toezegging die zij in de EU-strategie voor de veiligheidsunie heeft gedaan.
De nieuwe voorstellen van de Commissie
Het gaat om de volgende drie voorstellen van de Commissie:
1. Voorstel voor een aanbeveling van de Raad over operationele politiële samenwerking
Het voorstel voor een Raadsaanbeveling bevat gemeenschappelijke normen voor de samenwerking tussen politiefunctionarissen die deelnemen aan gezamenlijke patrouilles en optreden op het grondgebied van een andere lidstaat. De aanbeveling omvat een gemeenschappelijke lijst van misdrijven waarvoor grensoverschrijdende achtervolging mogelijk is, alsook veilige berichtentools waarmee politiefunctionarissen die operaties in een andere lidstaat uitvoeren, met hun collega's uit dat land kunnen communiceren.
Hoewel politieoperaties en strafrechtelijke onderzoeken onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten blijven vallen, zullen deze gemeenschappelijke normen het werk van politiefunctionarissen vergemakkelijken wanneer ze in een andere lidstaat actief zijn. De aanbeveling zal volgens de Commissie ook bevorderlijk zijn voor een gemeenschappelijke politiecultuur in de EU, dankzij gezamenlijke opleidingen, taalcursussen en uitwisselingsprogramma's.
2 Nieuwe regels over de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten
Kaderbesluit 2006/960 maakt het op dit mogelijk dat de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten in de verschillende fasen van het strafrechtelijk onderzoek informatie en inlichtingen uit de andere lidstaten kunnen opvragen en verkrijgen. De Europese Commissie heeft een wetgevingsvoorstel gepresenteerd om die informatie-uitwisseling te versterken.
Als politiefunctionarissen van de ene lidstaat over informatie beschikken, moeten hun collega's van de andere lidstaat daar op een gelijkwaardige manier en onder dezelfde voorwaarden toegang toe hebben. De lidstaten moeten elk een contactpunt oprichten, dat 24/7 operationeel is, over voldoende personeel beschikt en fungeert als enig loket voor de uitwisseling van informatie met andere lidstaten. De gevraagde informatie moet binnen acht uur (in dringende gevallen) en niet later dan zeven dagen na de aanvraag beschikbaar worden gesteld. Siena – de door Europol beheerde applicatie – moet het standaardcommunicatiekanaal worden.
3. Herziene regels voor geautomatiseerde gegevensuitwisseling met het oog op politiële samenwerking
Al meer dan tien jaar stelt het zogenoemde Prüm-kader rechtshandhavingsinstanties in de hele EU in staat informatie uit te wisselen. De Prüm-besluiten (Besluit 2008/615 en Besluit 2008/616), die in 2008 zijn aangenomen om de grensoverschrijdende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken te ondersteunen, voorzien in de geautomatiseerde uitwisseling van specifieke gegevens (DNA-profielen, vingerafdrukken en gegevens uit kentekenregisters) tussen autoriteiten die belast zijn met het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten.
De Europese Commissie heeft op 8 december 2021 een wetgevingsvoorstel gepresenteerd dat voortbouwt op het bestaande Prüm-kader, het kader versterkt en moderniseert en het kader interoperabel maakt met andere EU-informatiesystemen. Dit houdt onder meer in dat de geautomatiseerde gegevensuitwisseling wordt uitgebreid tot politiegegevens en gezichtsopnamen van verdachten en veroordeelde criminelen, en dat er in plaats van het grote aantal verbindingen tussen de afzonderlijke nationale databanken een centrale router komt waarmee de nationale databanken zich kunnen verbinden. Bovendien zal Europol de lidstaten efficiënter kunnen ondersteunen door gegevens uit niet-lidstaten aan de databanken van de lidstaten te toetsen en zo criminelen te identificeren die bekend staan bij landen buiten de EU.
Volgende stappen
Het is nu aan het Europees Parlement en de Raad om de wetgevingsvoorstellen over informatie-uitwisseling en over geautomatiseerde gegevensuitwisseling te onderzoeken en goed te keuren. Het voorstel voor een aanbeveling van de Raad over operationele politiële samenwerking moet nu door de Raad worden besproken en aangenomen, na raadpleging van het Europees Parlement. Daarna is het aan de lidstaten om hun bestaande nationale of bilaterale regelingen op basis van de aanbeveling te actualiseren.
Meer informatie: