Nieuwe werkafspraken tussen Commissie en Europees Parlement

Contentverzamelaar

Nieuwe werkafspraken tussen Commissie en Europees Parlement

Intensievere samenwerking bij de opstelling van het werkprogramma van de Commissie, bij de onderhandeling en sluiting van internationale overeenkomsten, en bij de toegang tot niet-openbare informatie. Dat zijn enkele belangrijke onderdelen van het nieuwe kaderakkoord tussen Europees Parlement en de Commissie. De Raad neemt niet deel aan deze afspraken. Over de toegang tot vertrouwelijke info zal de Raad eigen afspraken maken met het Europees Parlement.

Bijna een jaar na de inwerkingtreding van het verdrag van Lissabon hebben de Europese Commissie en het Europees Parlement een nieuw kaderakkoord gesloten. Het vervangt het oude kaderakkoord uit 2005 en weerspiegelt de vernieuwingen van het Verdrag van Lissabon.

Een van de verbeteringen is dat de herziene overeenkomst regels en een tijdschema vaststelt voor een geïntensiveerde en gestructureerde dialoog tussen de twee instellingen. Daardoor kan de Commissie bij de opstelling van het werkprogramma dat haar aandeel in de programmering van de EU vormt, profiteren van de bijdrage van het Parlement.

De herziene overeenkomst bevat gedetailleerde regels over de wijze waarop de Commissie het Parlement informeert over onderhandelingen voor en de sluiting van internationale overeenkomsten, wanneer zij daarmee belast is. De regels voor het verstrekken van gerubriceerde informatie aan het Parlement worden opgetrokken tot de internationale normen, waardoor het makkelijker wordt het Parlement op de hoogte te houden. De overeenkomst bevat ook voorschriften om het Parlement beter te informeren over de werkzaamheden van deskundigen die de Commissie advies verstrekken. De overeenkomst zal ook leiden tot verbetering van dialoog en coördinatie over de planning van de plenaire vergaderingen van het Parlement.

Al deze regels hebben tot doel de politieke dialoog tussen de instellingen te intensiveren. Daarbij zal worden gezorgd voor de instandhouding van het in de verdragen vastgestelde evenwicht tussen de instellingen en voor goede onderlinge samenwerking. Het resultaat van dit alles zal een efficiëntere tenuitvoerlegging van het EU-beleid zijn, aldus het persbericht van de Commissie.