Raad van State wil meer duidelijkheid over “veilige landen”
Nieuwsbericht | 13-05-2016
Achtergrond
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft asielaanvragen van twee Albanese vreemdelingen afgewezen, omdat Albanië volgens hem een veilig land is waarnaar de vreemdelingen kunnen terugkeren. Ook hebben zij volgens hem niet aannemelijk gemaakt dat dat in hun geval wegens hun seksuele gerichtheid anders is. De rechtbank Den Haag is de staatssecretaris in zijn besluiten gevolgd en heeft de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard. In hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak stellen de vreemdelingen de toepassing van het begrip 'veilig land' aan de orde.
Verzoek aan staatsraad advocaat-generaal
De voorzitter heeft mr. Widdershoven gevraagd te onderzoeken of de staatssecretaris bij de afwijzing van een asielaanvraag kan verwijzen naar een nationale lijst waarop zogenoemde veilige landen van herkomst staan of dat hij moet motiveren waarom een land als veilig kan worden beschouwd en de vreemdeling daarom niet in aanmerking komt voor een asielvergunning. Dit alles tegen de achtergrond van het Vluchtelingenverdrag, het EVRM en het EU-recht. Verder vraagt de voorzitter of een land ook als veilig kan worden beschouwd als dat land niet overal, voor iedereen veilig is, en wat de criteria daarvoor zijn.
Verdere verloop van de procedure
De Afdeling bestuursrechtspraak zal de zaak met zaaknummer 201603036/1 op donderdag 9 juni 2016 op een rechtszitting behandelen. Als de conclusie gereed is, zal die worden gepubliceerd en aan partijen worden toegezonden met de mogelijkheid om hierop te reageren. Na het verstrijken van die reactietermijn zal de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak doen in deze zaak.
Conclusie kan rechtsvraag in breder verband plaatsen
Met het nemen van een conclusie door de staatsraad advocaat-generaal wordt meer dan met de rechterlijke uitspraak zelf gelegenheid geboden om een rechtsvraag te plaatsen in een breder verband. De conclusie kan een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de inzichtelijkheid van de rechtsontwikkeling door de rechter. Deze mogelijkheid wordt de hoogste bestuursrechters sinds 1 januari 2013 geboden.
Meer info Persbericht Raad van State 12 mei 2016