Rapport Europese Rekenkamer toont aan dat effecten van het Herstelfonds moeilijk gemeten kunnen worden

Contentverzamelaar

Rapport Europese Rekenkamer toont aan dat effecten van het Herstelfonds moeilijk gemeten kunnen worden

Volgens een nieuw verslag van de Europese Rekenkamer (ERK) vertoont het monitoringsysteem van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility – RRF), ook wel bekend als het EU-herstelfonds, tekortkomingen waardoor de algemene prestaties niet behoorlijk kunnen worden gemeten. Het bestaande systeem helpt bij het volgen van de voortgang van de lidstaten richting de hervormingen en investeringen die in ruil voor financiering zijn overeengekomen maar geeft geen volledig beeld van hoe de gefinancierde projecten bijdragen aan de doelstellingen van de RRF, zoals het groener en veerkrachtiger maken van de Europese economie.

Het gaat om het Speciaal verslag 26/2023 van de ERK van 24 oktober 2023 genaamd “Het prestatiemonitoringkader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) — Voortgang van de uitvoering gemeten, maar ontoereikend voor het vastleggen van de prestaties”. Het verslag is beschikbaar op de website van de ERK.

Achtergrond
In reactie op de coronapandemie bereikten de EU-leiders overeenstemming over een herstelfonds, ook bekend als NextGenerationEU. Dit fonds is goed voor ruim 800 miljard euro, waarvan het grootste deel naar de Recovery and Resilience Facility (RRF) gaat.
In 2022 en 2023 heeft de ERK verschillende verslagen over de RRF uitgebracht, bijvoorbeeld over de beoordeling van de nationale herstelplannen, controles en schuldbeheer ( zie onder meer hier ).
Tijdens deze controle wordt het kader voor monitoring van de prestaties van de RRF onder de loep genomen. De auditors definiëren prestaties als een maatstaf die aangeeft in hoeverre de doelstellingen van door de EU gefinancierde acties zijn verwezenlijkt en of dit kosteneffectief is gebeurd.

Het rapport
De RRF is goed voor 723 miljard euro (tot 338 miljard euro aan niet-terugvorderbare subsidies en 385 miljard euro aan leningen). Het fonds is gericht op het financieren van hervormingen en investeringen in de lidstaten op gebieden als de arbeidsmarkt en natuurbescherming. Deze hervormingen en investeringen moeten op hun beurt onder zes beleidspijlers vallen, waaronder groene transitie en digitale transformatie. In de meeste EU-programma’s wordt de financiering uitgekeerd op basis van de werkelijk gemaakte kosten. In het kader van het herstelfonds keert de Commissie de middelen echter uit naarmate de landen de mijlpalen en streefdoelen in verband met hervormingen en investeringen realiseren.


De structuur voor monitoring van de prestaties van de RRF is gebaseerd op twee belangrijke bouwstenen: enerzijds mijlpalen en streefdoelen
om de voortgang van de lidstaten op het gebied van hervormingen en investeringen te volgen, en anderzijds 14 vooraf vastgestelde gemeenschappelijke indicatoren om te monitoren in hoeverre de doelstellingen van de RRF daadwerkelijk worden gehaald. De auditors geven in het verslag aan dat zij deze twee monitoringelementen ontoereikend vinden voor het beoordelen van de algemene prestaties van de RRF. Hoewel mijlpalen en streefdoelen helpen de voortgang bij het realiseren van hervormingen en investeringen in EU-landen te volgen, zijn dit slechts stappen in de uitvoering (zoals het vaststellen van wetgeving, het selecteren van projecten of het ondertekenen van contracten). Bovendien zijn ze grotendeels gericht op hetgeen de projecten financieren (zoals het aantal deelnemers aan opleidingen, het aantal gerenoveerde vierkante meters of het aantal aangeschafte elektrische voertuigen), in plaats van op het meten van de resultaten (zoals het aantal werknemers, besparingen in energieverbruik en vermindering van de CO 2 -uitstoot). Verreweg de meeste gemeenschappelijke indicatoren lenen zich niet voor het meten van resultaten en verschaffen vaak onvoldoende informatie over hoe projecten in de praktijk bijdragen aan de algemene doelstellingen. Dit komt volgens de auditors doordat sommige hervormingen en investeringen aan geen enkele indicator konden worden gekoppeld, zoals grote structurele hervormingen (economische, arbeidsmarkt- en justitiële hervormingen) of investeringen in infrastructuur en openbaar vervoer. Bovendien dekken de gemeenschappelijke indicatoren de doelstellingen van de RRF slechts gedeeltelijk. Zo is er geen indicator voor gebieden als de rechtsstaat, de financiële sector of belastingen.

De Commissie en de EU-landen beschikken meestal over adequate systemen om de kwaliteit van de gerapporteerde gegevens over mijlpalen en streefdoelen te waarborgen. De auditors constateerden echter ook tekortkomingen en benadrukken dat er nog steeds risico’s bestaan rond de betrouwbaarheid van de gegevens, vooral over de eindontvangers van de financiering. Het onlinescorebord van de Commissie voor de RRF is gebruiksvriendelijk, maar de manier waarop het de voortgang van het fonds per pijler presenteert, kan volgens de auditors misleidend zijn. Aangezien de Commissie geen gegevens verzamelt over het geld dat in de lidstaten wordt besteed, is haar verslaglegging over de RRF momenteel gebaseerd op ramingen. De auditors roepen de Commissie daarom op om haar verslaglegging over de RRF te verbeteren (bijvoorbeeld door gegevens over daadwerkelijke uitgaven te verzamelen en te rapporteren) en om een volwaardig systeem voor de monitoring van prestaties te ontwerpen voor toekomstige financieringsinstrumenten die niet op kosten zijn gebaseerd.

Meer informatie:
Persbericht Europese Rekenkamer
ECER-dossier: Begroting