Staatssteun: minder regels voor overheidsinvesteringen in havens, luchthavens en cultuur
Nieuwsbericht | 17-05-2017
De nieuwe regels moeten overheidsinvesteringen bevorderen die banen en groei creëren, zonder dat dit ten koste gaat van de mededinging.
Met de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) van 2014 kregen lidstaten de mogelijkheid om een breder scala staatssteunmaatregelen door te voeren zonder dat ze daarvoor eerst toestemming moesten krijgen van de Commissie. Daarbij ging het om maatregelen waar de kans klein was dat ze de mededinging zouden verstoren. Het resultaat is dat nu zo'n 95 % van alle staatssteunmaatregelen die lidstaten ten uitvoer leggen (samen goed voor rond 28 miljard EUR uitgaven), nu zijn vrijgesteld. Zo is bijvoorbeeld voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie het aantal aanmeldingen van staatssteun sinds 2014 met de helft teruggelopen (zie Scorebord staatssteun 2016).
De Commissie heeft nu, na twee publieke consultaties, het toepassingsgebied van deze algemene groepsvrijstellingsverordening uitgebreid naar havens en luchthavens.
Luchthavens
In het geval van luchthavens hebben lidstaten nu volledige rechtszekerheid dat ze overheidsinvesteringen kunnen uitvoeren in regionale luchthavens die tot 3 miljoen passagiers per jaar verwerken, en dit zonder voorafgaande controle door de Commissie. Zo zullen overheden makkelijker kunnen investeren in meer dan 420 luchthavens in de hele EU (die ongeveer 13 % van het luchtverkeer uitmaken).
De verordening geeft overheden ook de mogelijkheid om de exploitatiekosten te dekken van kleine luchthavens die tot 200 000 passagiers per jaar verwerken. Die kleine luchthavens maken bijna de helft van alle luchthavens in de EU uit, maar amper 0,75 % van het luchtverkeer. Ze kunnen een belangrijke rol spelen bij het ontsluiten van een regio, maar het risico is klein dat dit soort steun de mededinging op de interne markt in de EU verstoort.
Havens
In het geval van havens hebben lidstaten nu volledige rechtszekerheid dat ze overheidsinvesteringen kunnen uitvoeren tot 150 miljoen EUR in zeehavens en tot 50 miljoen EUR in binnenhavens, en dit zonder voorafgaande controle door de Commissie. Volgens de verordening kunnen overheden ook de kosten dekken van baggerwerkzaamheden in havens en toegangsvaarwegen.
Cultuur en sport
Daarnaast bevat de verordening ook een aantal nieuwe vereenvoudigingen in andere sectoren. Met name zal de Commissie bij staatssteunzaken waarin het gaat om cultuurprojecten (gesteld dat die maatregelen ook echt staatssteun vormen, wat meestal niet het geval is) en multifunctionele sportaccomodaties alleen de grotere zaken met een hoger steunbedrag onderzoeken.
Ultraperifere gebieden
Voorts heeft de Commissie het voor overheden eenvoudiger gemaakt om ondernemingen te vergoeden voor de extra kosten die zij moeten maken wanneer zij in de ultraperifere gebieden in de EU actief zijn, rekening houdend met de specifieke uitdagingen waar die ondernemingen voor staan, zoals hun afgelegen ligging en afhankelijkheid van een beperkt aantal verhandelde producten.
Dit initiatief wil de regeldruk voor overheden en andere stakeholders verminderen in het kader van de agenda van de Commissie voor gezonde en resultaatgerichte EU-regelgeving (REFIT). Het is een onderdeel van de inspanningen van de Commissie om het staatssteuntoezicht toe te spitsen op grotere zaken die de mededinging op de interne markt sterk verstoren. Daar hebben consumenten het meeste baat bij. Dit initiatief komt naast diverse initiatieven die de Commissie de afgelopen twee jaar heeft ontplooid, om het handhavingsbeleid voor staatssteun te moderniseren. Het doel van die initiatieven is om overheidsinvesteringen verder te bevorderen die onze gemeenschappelijke doelstellingen op het gebied van banen en groei, klimaat, innovatie en sociale cohesie ondersteunen.
De bijgewerkte verordening is een extra mijlpaal in het constante werk van de Commissie-Juncker om ervoor te zorgen dat de EU-staatssteunregels zo doeltreffend en efficiënt mogelijk worden toegepast.
Aanvullende initiatieven
Naast de herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening heeft de Commissie in mei 2016 de mededeling over het begrip "staatssteun" goedgekeurd. Daarin wordt duidelijk gemaakt welke vormen van overheidssteun buiten het EU-staatssteuntoezicht vallen, omdat ze bijvoorbeeld de mededinging op de interne markt niet verstoren. Deze mededeling helpt lidstaten om maatregelen voor overheidssteun zo vorm te geven dat deze ten uitvoer kunnen worden gelegd zonder dat ze vooraf door de Commissie hoeven te worden goedgekeurd. Zo bevestigt deze mededeling bijvoorbeeld dat overheidsinvesteringen in wegen, binnenwateren, spoorwegnetten en waterdistributienetwerken meestal kunnen plaatsvinden zonder dat ze vooraf door de Commissie hoeven te worden onderzocht.
Daarnaast heeft de Commissie in september 2016 een reeks staatssteunbesluiten goedgekeurd (zie ook het vorige pakket van mei 2015) waaruit blijkt welke vormen van overheidssteun overheden in lidstaten ten uitvoer kunnen leggen zonder dat deze vooraf door de Commissie hoeven te worden onderzocht. De reden daarvoor is dat die maatregelen het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloeden.
Al deze verschillende initiatieven helpen investeringen te stimuleren door het verminderen van de regeldruk voor overheden en bedrijven, terwijl begunstigden van steun en concurrenten hierdoor net meer rechtszekerheid krijgen. Ook kunnen lidstaten nu verantwoordelijkheid nemen voor hun beleidskeuzes inzake lokale staatssteunmaatregelen. Zo kan de Commissie haar middelen gerichter inzetten op het onderzoeken van staatssteunmaatregelen die waarschijnlijk de grootste impact zullen hebben op de mededinging op de interne markt.
De wijzigingsverordening wordt 20 dagen na publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie van kracht. De wijzigingsverordening is (samen met een toelichting) hier te vinden.
Meer informatie