Voortgang inbreukbeslissingen tegen Nederland in viertal kwesties

Contentverzamelaar

Voortgang inbreukbeslissingen tegen Nederland in viertal kwesties

De Europese Commissie heeft onder meer een aanmaningsbrief aan Nederland gestuurd inzake de EU-richtlijn evenredigheidsbeoordeling bij reglementering van beroepen. Op het gebied van energie-etikettering en energieprestatie van gebouwen ontving Nederland een aanmaningsbrief respectievelijk een met redenen omkleed advies van de Commissie. Inzake de niet (tijdige) omzetting van de Richtlijn Open data wordt Nederland voor het EU-Hof gedaagd.

Dit blijkt uit het reguliere inbreukenpakket-overzicht dat de Europese Commissie uitbrengt, waarvan de laatste medio februari 2023 uitkwam. Zie voor meer informatie ook deze ECER-pagina.

Interne markt
Op het gebied van het vrij verkeer van diensten besloot de Europese Commissie onder meer om inbreukprocedures in te leiden of voort te zetten met betrekking tot de EU-richtlijn evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen. De Commissie heeft met name besloten om elf lidstaten, waaronder Nederland, aanvullende aanmaningsbrieven te sturen. Hiermee wil de Commissie zorgen dat de invoering van beroepsregelgeving via parlementaire amendementen wordt voorafgegaan door een evenredigheidsbeoordeling. Voor Nederland is meer informatie beschikbaar in de infractiebrief INFR(2021)2197.

Energie
Op het gebied van energie-etikettering verzoekt de Europese Commissie aan Nederland om te voldoen aan de EU-verordening inzake de etikettering van banden. De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen door Nederland een aanmaningsbrief te sturen (INFR(2022)2219) wegens niet-kennisgeving van de nationale regels inzake sancties en handhavingsmechanismen die vereist zijn op grond van de EU-verordening inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters (Verordening (EU) 2020/740). Lidstaten moesten de Commissie uiterlijk op 1 mei 2021 in kennis stellen van hun regels inzake sancties en handhaving. Nederland heeft dat niet binnen de gestelde termijn gedaan. De Commissie heeft sinds juni 2021 contact gehad met de Nederlandse autoriteiten en heeft Nederland aan deze rapportageverplichting herinnerd. Nederland heeft echter nog geen sanctieregeling vastgesteld of aangemeld. Daarom heeft de Commissie besloten een aanmaningsbrief te sturen. Nederland heeft nu twee maanden de tijd om te reageren en de Commissie in kennis te stellen van zijn sanctieregeling. Anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Op het gebied van energieprestatie van gebouwen dringt de Commissie bij Nederland aan op volledige omzetting van de richtlijn energieprestatie van gebouwen. De Europese Commissie heeft besloten om Nederland een met redenen omkleed advies te sturen (INFR(2021)2272) omdat het Richtlijn (EU) 2018/844 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen niet volledig in nationaal recht heeft omgezet. De richtlijn heeft nieuwe elementen ingevoerd om het bestaande kader te versterken, zoals minimumeisen inzake energieprestaties voor nieuwe gebouwen, elektromobiliteit en oplaadpunten, en nieuwe regels voor de keuring van verwarmings- en airconditioningsystemen. De uiterste datum voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht was 10 maart 2020. In februari 2022 stuurde de Commissie Nederland een aanmaningsbrief, nadat zij tot de conclusie was gekomen dat niet alle bepalingen van de richtlijn in nationaal recht waren omgezet. Na analyse van het antwoord van Nederland en van de aangemelde nationale omzettingsmaatregelen is de Commissie van oordeel dat Nederland de richtlijn nog steeds niet volledig heeft omgezet. Nederland krijgt nu twee maanden de tijd om aan de omzettingsverplichting te voldoen en de Commissie daarvan in kennis te stellen. Doet Nederland dat niet, dan kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Open data overheidsinformatie
Inzake de Richtlijn open data besloot de Europese Commissie om vier lidstaten, waaronder Nederland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens niet-omzetting van EU-regels voor open data en hergebruik van overheidsinformatie (Richtlijn (EU) 2019/1024) in nationaal recht. Voor Nederland is meer informatie beschikbaar via de infractiebrief INFR 2021/0474. De vier lidstaten hebben hun nationale maatregelen niet vóór de uiterste datum van 17 juli 2021 meegedeeld. In september 2021 werd aan deze lidstaten een aanmaningsbrief gestuurd, gevolgd door een met redenen omkleed advies tussen april en juni 2022. De richtlijn inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie van 20 juni 2019 beoogt de voordelen van data te ontsluiten en meer te doen met de enorme en waardevolle hoeveelheid door de publieke sector geproduceerde databronnen die voor hergebruik beschikbaar zijn. Dit verlaagt de belemmeringen voor markttoegang voor kleine en middelgrote ondernemingen via lagere kosten voor het hergebruik van data, stelt meer data beschikbaar en biedt meer zakelijke kansen door middel van datasharing via application programming interfaces (API's). De richtlijn stimuleert de ontwikkeling van innovatieve oplossingen zoals mobiliteitsapps, vergroot de transparantie door de toegang tot publiek gefinancierde onderzoeksgegevens open te stellen, en ondersteunt zo nieuwe technologieën, zoals artificiële intelligentie.

Meer informatie:
Europese Commissie: Inbreukenpakket februari
ECER-EU-essentieel: Inbreukprocedures
ECER-dossier: Diensten- Vrij verkeer
ECER-dossier: Energie
ECER-dossier: Digitalisering- Open data